15 — 19.05.2024
Gaia Saitta Brussel
Les jours de mon abandon
theater — premiere
| Frans, Italiaans → NL, FR, EN | ⧖ +-1h45 | €21 / €17 | Aanwezigheid van een hond op scène
Italië, eind jaren ’90. De 40-jarige Olga is moeder van twee kinderen en een toegewijde echtgenote. Op een dag gaat haar man ervandoor met een jong meisje. Alles stort in: de werkelijkheid, haar wereld en haar lichaam. Ze wordt vulgair, gewelddadig, onvoorspelbaar, grotesk. Tijdens eindeloze slapeloze nachten dwaalt Olga door het huis en houdt daarbij haar adem in als een daad van verzet. Schijnbare waanzin wordt extreme luciditeit, en een motor van bevrijding en deconstructie van een maatschappelijke norm. Wanneer de make-up is verwijderd en de schijn is opgeheven, neemt een andere Olga haar plaats in. Een mythische en krachtige vrouw, een hedendaagse Medea die haar leven zelf in handen neemt. In deze bewerking van het gelijknamige boek van Elena Ferrante speelt actrice en regisseuse Gaia Saitta deze vrouw, vergezeld door haar kinderen en haar hond. Op scène staan restanten van een huis; we kijken binnen in Olga’s fysieke en mentale ruimte. Het publiek – verspreid over de scène, rond de keukentafel en in de zaal – is zowel getuige als deelgenoot van Olga’s transformatie. Want sluiten we elkaar niet allemaal op in een rol met onze veroordelende blik? Een rol die weliswaar op elk moment kan verlaten en herschreven worden. Een stuk over de emanciperende kracht van woede en waanzin.
Les jours de mon abandon
Je nieuwe creatie, Les jours de mon abandon [Dagen van verlating], vraagt aandacht voor de positie van de vrouw. Kan je ons zeggen op welke manier je verbonden bent met Olga, het personage dat je vertolkt?
Het stuk confronteert ons met een vraag: in hoeverre heeft de maatschappij een impact op het lichaam van een vrouw? Genderspecifiek gedrag zit diepgeworteld in de opvoeding van meisjes. Hoe komen we ervan af? Hoe reageren we erop? Gelukkig durven mensen zich uit te spreken sinds de #MeToo-beweging. Jongere generaties worden politiek bewuster. Dit bewustzijn verspreidt zich echter niet over de hele samenleving of over elk deel van de wereld. Dit is geen duidelijk afgebakende vorm van geweld die gemakkelijk kan worden aangepakt.
Het personage van Olga deed me meer denken aan het lichaam van mijn moeder dan aan mijn eigen lichaam. Tot ik me realiseerde dat ik het over mezelf had. Ook al ben ik vrijer geworden, ik voel nog steeds onderdrukking, in mijn lichaam, tussen mijn spieren, in mijn skelet. Ik moet dit delen met het publiek.
In het stuk bevraag ik de verbanden tussen werkelijkheid en fictie. Olga is een gewone vrouw, met een banaal verhaal: haar man bedriegt haar met de dochter van de buurvrouw. Willen we dat verhaal vertellen? Ik zou geneigd zijn om nee te zeggen. Dat is precies wat me interesseert. Olga is niet de vrouw die je als eerste wilt redden. Toch laat ze me niet los, ze grijpt me bij de keel. Er is geen tragedie nodig om een verhaal heftig en beklemmend te maken. Je hoeft niet te wachten op bloedvergieten om te reageren.
Je maakt een bewerking van de gelijknamige roman van Elena Ferrante. Hoe ben je te werk gegaan?
Het is bijna onmogelijk om de roman van Elena Ferrante letterlijk te bewerken voor het theater. De tekst is zo complex geschreven. Je moet hem hardop lezen om de ongelooflijke muzikaliteit ervan te vatten. Dat verklaart mijn behoefte om de Italiaanse taal in het stuk te smokkelen. Ik moet bepaalde woorden in mijn moedertaal uitspreken. De klank van Ferrante’s woorden is wonderbaarlijk. Haar stijl heeft zo’n performatieve kracht! Dit is precies waar de theatraliteit van Ferrante’s werk ligt: de complexe relatie van onafscheidelijkheid tussen het lichaam en het gesproken woord.
Het mag duidelijk zijn dat ik niet alleen Ferrante’s roman ensceneer. Ik ensceneer ook de rechtstreekse impact die hij op ons lichaam heeft. Dit is wellicht wat mij het recht geeft om de roman te bewerken voor theater. Ik ensceneer wat mijn lichaam ontvangt en wat mijn geest waarneemt. Wat ik op slag begrijp.
Wat mij interesseert is wat zich vertaalt in de literaire en artistieke daad. Het is de revolte die je voelt tegenover inherent geweld. Hoe heeft de maatschappij een blijvende impact op het lichaam van een vrouw? Hoe gaan vrouwen om met de plicht tot gehoorzaamheid? De maatschappij schildert DE vrouw over het algemeen af als genereus, attent en troostend. Maar vrouwen hebben het recht om te zijn wat ze willen. De ongehoorzame vrouw wordt uit het plaatje geweerd. De samenleving aanvaardt de rebellie van een vrouw, maar alleen op voorwaarde dat ze waardig, mooi en elegant blijft.
Olga’s verhaal mist de waardigheid van een tragedie. Olga rebelleert. Ze is brutaal, onbeschoft, agressief tegen zichzelf en haar kinderen. Ze is net een gevaarlijk dier. Dat is wat me interesseert. We portretteren vrouwen meestal niet op deze manier. Maar Ferrante’s portrettering draagt bij tot hun bevrijding.
Toen ik het boek las, mocht ik Olga niet. Ik maakte ruzie met haar. Tot mijn grote verbazing ontdekte ik mijn eigen vrouwenhaat. Daar schrok ik erg van. Waarom zou een vrouw zich immers niet zo mogen gedragen? Terwijl we wel de donkere kant van mannen aanvaarden. Waarmee ik niet wil zeggen dat een vrouw zich moet gedragen als Olga. De vraag is: in hoeverre kan een vrouw zijn wie ze is? En niet gehoorzamen aan de dictaten van de maatschappij.
Via het licht, de ruimte en de scenografie roep je een huis op. Een huis dat niets utopisch meer heeft. Het is zelfs de ultieme plek van kwetsbaarheid en geweld, familiaal en in en tussen mensen.
Ik vertel over de instorting van een model. We stelden ons een huis voor dat aan het instorten is. Dit narratieve contrapunt doet meer dan alleen maar de actie onderstrepen. Het opent ook andere deuren. We gebruiken het licht om poëtisch te spelen met materialiteit en gewaarwordingen. Het huis is bijvoorbeeld zowel onheilspellend als aantrekkelijk. We hebben de indruk dat we de hyperreële wereld binnenstappen maar stijgen tegelijk op naar het surreële.
In het begin zou je kunnen denken dat het stuk een burgerlijk gezinsdrama is, maar naarmate het vordert wordt het steeds politieker en feministischer.
Ik vertel hier de verhalen van de vrouwen die we niet vertellen; de verhalen van alle vrouwen uit mijn kindertijd, mijn grootmoeder, mijn moeder, mijn buurvrouw. Ik vertel het verhaal van vrouwen die vastzitten in hun lichaam, in gewoontes die ze kregen opgelegd. Ik vertel het verhaal van vrouwen die zijn geworden wat de maatschappij hen liet worden onder druk van traditie en staatsstructuren.
Als Olga’s verhaal dringend verteld moet worden, dan is dat omdat het iets zegt over het Italië van vandaag. Het land wordt geleid door een vrouw die geen feministe is. Onlangs nam de Italiaanse Senaat een amendement aan dat ‘pro-lifegroepen’ toestaat om vrouwen die een abortus overwegen te ontmoeten in centra voor gezinsplanning om hen ‘beter te informeren’.
Het gaat er dus niet om dat we ons opnieuw richten op het burgerlijke gezinsdrama, maar op andere overtuigingen en alternatieven.
In welke mate is Les jours de mon abandon een hedendaags stuk?
Ik hou met dit stuk het model van het traditionele Italiaanse kerngezin tegen het licht. En vooral het paradigma van de binariteit, dat verstikkend werkt. Het is een verklaring, mijn liefdesverklaring. Wat betekent het om een gezin te zijn in de 21ste eeuw?
Uiteindelijk daag ik het patriarchale model uit door de kwestie van het gezin te benaderen via het prisma van het huis. Hier halen we het huis met onze eigen handen uit elkaar. Het huis zoals wij het zien, met zijn regels en opdrachten, zijn geweld en toegewijde ruimtes, moet vernietigd worden.
De antropoloog Philippe Descola zegt, bondig samengevat, dat we onze omgeving als een ‘wereld’ creëren. In dit proces van het ‘maken van een wereld’ speelt alles een rol: mensen, relaties, rituelen, discoursen en overtuigingen.
Absoluut. Ik heb ook veel inspiratie geput uit Donna Haraways The Companion Species Manifesto en Paul B. Preciado’s bespiegelingen over de relatie tussen het subjectieve lichaam en de ruimte eromheen. Op dezelfde manier wordt het huis hier neergezet naar analogie met de lichamen. Het is een neerslag van verlangens, van strijd.
- Interview door Sylvia Botella, april 2024
Sylvia Botella is dramaturge bij het Théâtre National Wallonie-Bruxelles. Ze is ook recensente en docente in de Master Arts du Spectacle aan de Université Libre de Bruxelles en in de Master Interprétation dramatique aan het Institut des Arts de Diffusion – IAD in Louvain-la-Neuve.
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Théâtre National Wallonie-Bruxelles
Concept, adaptatie en regie: Gaia Saitta | Artistieke medewerking: Sarah Cuny, Mathieu Volpe, Jayson Batut | Tekst en dramaturgie: Gaia Saitta, Mathieu Volpe | Regieassistente: Sarah Cuny | Met: Jayson Batut, Flavie Dachy/Mathilde Karam, Gaia Saitta, Vitesse (de hond) | Scenografie: Paola Villani | Kostuumontwerp: Frédérick Denis | Muziek- en geluidsontwerp: Ezequiel Menalled | Lichtontwerp: Amélie Géhin | Lichttechnicus: Corentin Christiaens | Technische leiding: Giuliana Rienzi | Geluidsinginieur: Pawel Wnuczynski | Video-ontwerp en techniek: Stefano Serra | Assistent video: Arthur Demaret | Toneelmeester: Thomas Linthoudt | Decor mechanisatie: Chris Vanneste | Stagiairs : Lou-Ann Bererd (decor), Tania Chirino (regie), Paul Canfori (regie) | Decorbouw en confectie kostuums: Ateliers du Théâtre National Wallonie-Bruxelles | Coach kinderen: Lola Chuniaud | Coach hond: Casting Tails, Tim Van Brussel | Een voorstelling van Gaia Saitta / If Human | Creatie: Studio Théâtre National Wallonie-Bruxelles
Productie: Théâtre National Wallonie-Bruxelles | Coproductie: Kunstenfestivaldesarts, Théâtre de Namur, Le Manège Maubeuge, Piccolo Teatro di Milano – Teatro d’Europa, CSS Teatro stabile di innovazione del FVG, TNC - Teatre Nacional de Catalunya, La Coop, Shelter Prod met de steun van BAMP - Brussels Art Melting Pot, Taxshelter.be, ING en de Tax Shelter van de Belgische Federale Regering
Gaia Saitta is een artieste verbonden met het Théâtre National Wallonie-Bruxelles
Les jours de mon abandon is geïnspireerd door/gebaseerd op I giorni dell'abbandono van Elena Ferrante © 2002 bij Edizione E/O