28.05 — 01.06.2024
Zullen we nog romantische liefde ervaren in de laatste fase van onze levens? In vorige producties bracht Mohamed El Khatib, een meester in documentair theater, op onnavolgbare wijze persoonlijke verhalen naar de scène. De theatermaker ontwikkelde recent een artistieke praktijk in woonzorgcentra en raakte daarbij ontroerd door de intieme levens van oudere personen. Voor La vie secrète des vieux nodigt hij mensen tussen 75 en 102 jaar oud uit om hun liefdesverhalen met ons te delen. Wanneer we verouderen, worden we geconfronteerd met de veranderende blik van de maatschappij, ons aftakelende lichaam en de daarmee samenhangende bedreiging van onze autonomie en bewegingsvrijheid. En toch blijven liefde en verlangen bestaan, vaak gepaard met een hervonden seksualiteit. Deze hoeft zich niet meer te schikken naar prestatie of sociale druk maar kan haar eigen ritme ontwikkelen, een nieuwe fragiele intimiteit, soms even intens als voorheen. Via de verhalen van de oudere personen op scène ontdekken we hoe zij de liefde beleven én bedrijven. Dit portret van liefde op leeftijd schetst een nostalgisch beeld van onze romantische relaties en de belofte dat verlangen zich ook in de broosheid van onze levens kan nestelen, tot het allerlaatste moment.
Vandaag heb ik tijd om mijn sokken uit te trekken
Mohamed El Khatib, voor de creatie van La vie secrète des vieux, dat je met behulp van je unieke methode tot documentair theater hebt omgevormd, heb je contact opgenomen met oudere mensen. Vanwaar die ingeving?
De corona ‘crisis’ heeft via de media ernstige tekortkomingen van rusthuizen zichtbaar gemaakt. Daarbij stak de marginalisering van de ouderdomskwestie opnieuw de kop op. Het gaat om de uitsluiting van een deel van de bevolking dat kwetsbaar is op fysiek, sociaal, psychologisch en politiek vlak en dat kan niet getolereerd worden. Volgens mij is het te allen tijde nodig om in artistieke termen te heroverwegen wat de maatschappij als een blinde vlek beschouwt. Ik betreur vooral dat de mensen die massaal stierven in de rusthuizen hun verhaal niet konden overdragen en dat is in het algemeen vaak het geval voor oudere mensen. Rusthuizen worden aan de stadsrand gebouwd om de mensen er in op te sluiten. De morbide en onmenselijke kant van dat gemedicaliseerde systeem van afhankelijkheid verbaast me des te meer aangezien 60% van de Franse bevolking in 2050 ouder dan 70 jaar zal zijn. In mijn werk richt ik de aandacht voornamelijk op vergeten en verborgen lichamen. Ik toon immers al sinds het begin van mijn theatercarrière ‘vreemde’ lichamen op theaterpodia. Ik ben geïnteresseerd in de lichamen van het gewone volk, die ontbreken op hedendaagse podia en in dit geval versleten zijn, oudere lichamen, lichamen die niet langer in staat worden geacht om de kleinste fysieke prestatie te leveren – jammer genoeg is dat één van de dominante criteria om toegang te krijgen tot theaters.
Waarom had je vooral interesse in hun erotische levens?
Wanneer we aan ouderdom denken, vertrekken we altijd vanuit een perspectief van afhankelijkheid, geheugenverlies, medicalisering en wat die mensen niet meer of minder zelf kunnen doen. We bekijken ouderdom nooit vanuit een perspectief van verlangen, vitaliteit en nog minder vanuit hetgeen ouderdom meer kan doen! Zodra we over ouderen praten, overheerst er een beeld van fysieke of cognitieve achteruitgang, aftakeling en de collectieve beeldspraak van een nooit eindigend levenseinde… Daarom kreeg ik al snel het idee om een film te maken over het liefdesleven van 70-plussers. De eerste aanzet was om ouderdom te onderzoeken vanuit het oogpunt van wat het leven de moeite waard maakt: verlangen, liefde, de dingen waarop we geen antwoorden verwachten. Het ontstaan van dat eerste filmproject, Le grand âge de l’amour, in het EHPAD [établissement d’hébergement pour personnes âgées dépendantes, vergelijkbaar met een woon- en verzorgingstehuis, red] van Chambéry, mondde uiteindelijk uit in deze voorstelling. Toen ik al die rusthuizen bezocht om mensen te ontmoeten en vragen te stellen over hun verlangens en liefdesleven, werd ik me ervan bewust dat deze interviews hen veel ruimte gaven om te reflecteren. Dat was enorm ontroerend. Er ging een onverwacht landschap voor me open van de liefdevolle kant van ouderdom vandaag de dag, een landschap dat ook alle ondergrondse kwesties doorkruiste die me interesseerden: taboes, misbruik of infantiliserende houdingen.
Welke ruwe kantjes heb je gezien in dit ‘landschap van hun liefdesleven’?
Opmerkelijk genoeg hebben we vastgesteld dat hun kinderen soms opdringerig konden zijn uit ‘bescherming’ of, op een meer triviale manier, omwille van erfeniskwesties. Soms, zonder het zo te bedoelen, remmen ze de bloei van liefdesrelaties af… En in dat reliëf is de ‘berg’, de grote bron van voldoening voor mij, te zien dat liefde op deze leeftijd echt wordt heruitgevonden. Bij die generatie valt op dat er andere manieren zijn om de liefde te bedrijven, dat het scala groot is en dat de relatie tot het lichaam en de tijd anders is. Zoals Lombardo in het stuk vertelt: “Vandaag heb ik tijd om mijn sokken uit te trekken.” (glimlacht) Sommigen herontdekken het plezier van een vrije seksualiteit terwijl anderen, met dezelfde vrijheid, zich net wegtrekken uit de ‘verleidingsmarkt’. Dat gooit onze overgeërfde schema’s, standpunten, voornamelijk opgelegd door religie, en onze taboes over liefde op leeftijd overhoop. Vaak komt er na het eerste huwelijk, om ouders en religie tevreden te stellen, in een tweede liefdesleven, na een overlijden of een scheiding, een nieuwe verhouding tot plezier tot stand. In ieder geval duikt er een vrijheid op die voordien niet bestond en het hervonden verlangen is bovendien niet louter seksueel want het is oneindig.
Hoe heb je zoveel vertrouwen kunnen opbouwen om die ontboezemingen te verkrijgen?
Net zoals bij de kinderen van La Dispute gaat het om twee levensfasen waarin men met een absolute vrijheid spreekt. Mensen zeggen wat ze denken. Ze hebben niks te bewijzen en ze gedragen zich er ook niet naar. Hun woorden zijn authentiek en vrijgevochten. Het is een voorrecht van de leeftijd en dat is heel aangrijpend. In die uitwisselingen heb ik hetzelfde ervaren als bij de kinderen van gescheiden ouders. Die zeiden toen dingen tegen me zoals: “Ik verkies mijn vader boven mijn moeder.” (lacht)
Hoe heb je samengewerkt met deze mensen en welke scenografie heb je in gedachten?
Ter ondersteuning van deze onbevangen uitspraken leek het mij interessant om uit te zoeken wat het potentieel is van deze leeftijd en welke waarden hij kan bevorderen – solidariteit bijvoorbeeld… – maar ook en vooral om door te dringen tot de kern van de ervaring van degenen die ouderdom ten volle beleven. Het was belangrijk om hen in het middelpunt van de scenografie te plaatsen.
Dat is ook de reden waarom ik geen professionele acteurs wilde inschakelen. De stem van ouderen wordt immers al genoeg gemarginaliseerd en ik wilde ook niet dat iemand als hun woordvoerder zou optreden. Ik wilde liever dat ze zelf hun ambities en verlangens komen verdedigen. Het is eenvoudig om met hen te werken, omdat ze er zin in hebben en dit werk een echte uitdaging vormt: al die lichamen activeren op het toneel, lichamen die zich gewoonlijk buiten de ruimte die symbolisch en door de media wordt gewaardeerd bevinden, om ze weer in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen, en dus om voor deze mensen te zorgen. De scenografie zal exact volgens hun fysieke capaciteiten worden uitgetekend; Jacqueline, één van de speelsters, zit bijvoorbeeld in een rolstoel. Ze kunnen niet lang rechtstaan. Ik hou van het idee van de polyvalente zaal, de balzaal, de wachtzaal en de ruimte waarin ze samenkomen om groepsactiviteiten te doen. Ik denk er dus aan om die sociale ruimtes gekenmerkt door gezellige bijeenkomsten na te bootsen.
- Interview afgenomen door Mélanie Drouère
Mohamed El Khatib richtte een kunstencentrum op in de Résidence Sainte Gertrude in de Marollen. Je kan het interview met Sylvia Botella hierover hier lezen.
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Théâtre National Wallonie-Bruxelles
Concept en creatie: Mohamed El Khatib | Met wisselende cast in functie van levensduur: Annie Boisdenghien, Micheline Boussaingault, Marie-Louise Carlier, Chille Deman, Martine Devries, Jean-Pierre Dupuy, Yasmine Hadj Ali, Salimata Kamaté, Jacqueline Juin, Jean Paul Sidolle | Dramaturgie en artistieke coördinatie: Camille Nauffray | Scenografie en artistieke medewerking: Fred Hocké | Video: Emmanuel Manzano | Geluid: Arnaud Léger | Technische leiding: Jonathan Douchet | Productieleiding: Gil Paon | Interviews: Vanessa Larré, Vassia Chavaroche, Marie Desgranges | Artistieke medewerking en ondersteuning bij repetities: Mathilde Chadeau, Vassia Chavaroche, Elliot Delvaux | Ergotherapie: Virginie Tanda, Paul Ceulenaere, Anne-Marie Di Giambattista, Vinciane Watrin | Administratie: Cécile Boursier | Pers: Nathalie Gasser | Set fotografie: Yohanne Lamoulère
Productie: Zirlib | Coproductie: Théâtre National Wallonie-Bruxelles, Festival d'Automne à Paris, Points communs - Nouvelle scène nationale Cergy-Pontoise-Val d'Oise, La Comédie de Genève, Théâtre national de Bordeaux en Aquitaine, Théâtre national de Bretagne (Rennes), Tandem Scène nationale d’Arras-Douai, MC2: Grenoble Scène nationale, La Comédie de Clermont-Ferrand Scène nationale, Théâtre Garonne Scène européenne (Toulouse), Festival d’Avignon, Théâtre du Bois de l'Aune (Aix-en-Provence), Équinoxe Scène nationale de Châteauroux, Théâtre de la Croix-Rousse (Lyon), La Coursive Scène nationale de La Rochelle, Espace 1789 - Saint-Ouen, Théâtre de Saint-Quentin en Yvelines Scène nationale, Le Channel - Scène nationale de Calais
Residenties: Le Mucem - Marseille, CIRCA La Chartreuse
Zirlib wordt ondersteund door het Ministère de la Culture - DRAC Centre-Val de Loire, door de Région Centre-Val de Loire en door de Ville d'Orléans
Mohamed El Khatib is geassocieerd artiest van Théâtre de la Ville in Parijs, Théâtre National de Bretagne in Rennes en Théâtre National Wallonie-Bruxelles
Voorstellingen in Brussel met de steun van de Ambassade van Frankrijk in België en het Institut français Paris in het kader van EXTRA, een programma ter ondersteuning van hedendaagse Franse creaties in België