27 — 30.05.2023

Faustin Linyekula Kisangani

My Body, My Archive (2023)

dans

Bozar

Toegankelijk voor rolstoelgebruikersZitplaatsen zonder rugleuning | Frans → NL, EN | ⧖ ±1h10 | €20 / €16

Onze bewegingen, ademhaling en stem dragen de ongrijpbare en mysterieuze sporen van waar we vandaan komen in zich. Met zijn recentste creatie My Body, My Archive (2023) graaft de Congolese choreograaf en danser Faustin Linyekula diep in zijn eigen lichaam dat als archief dienst doet voor het verleden van zijn land en voorouders. Nadat hij enkele jaren geleden in de schaduw van het AfricaMuseum in Tervuren met Banataba (2018) een ritueel voor zijn stamouders creëerde, gaat Linyekula nu verder op zoek naar een familiearchief dat door de geschiedenis verbrijzeld is geraakt en waarvan de fragmenten verspreid liggen tussen zijn lichaam en Congo. Voor deze nieuwe voorstelling maakt hij een reis doorheen zijn artistieke oeuvre en familiegeschiedenis, waarbij hij zich focust op wat vaak ontbrak in de genealogie van zijn familie: de verhalen van de vrouwen. Hij betuigt deze vrouwen respect en roept hen op via een reeks houten beelden die hij laat maken door Gbaga, een Lengola-beeldhouwer. In de monumentale Hortahal van Bozar gaat hij met hen in gesprek, live begeleid door de trompet van Heru Shabaka-Ra van het Sun Ra Arkestra. Terwijl de vrouwelijke voorouders vertellen over het leven van vroeger, gaat Linyekula al dansend een ontroerende dialoog met hen aan.

read more

Mijn naam is Kabako, ik ben Kabako. Nog steeds Kabako, voor altijd Kabako. Kabako, ja, dat ben ik, ik ben een verhalenverteller.

Spectacularly EmptyTriptyque sans titreRadio OkapiLe Festival des mensongesSur les traces de DinozordPour en finir avec BéréniceLe CargoHamida et les brouillardsCongoDrums and DiggingStatue of lossBanatabaMore more more future… De titels van de voorstellingen die ik de afgelopen 20 jaar heb gecreëerd. Want al meer dan 20 jaar breng ik mijn verhalen op podia overal ter wereld. Nu moet ik even stilstaan bij dit archief van mijn eigen creaties, wilik mezelf vragen stellen. Welke delen van mijn lichaam heb ik bij elk van die werken gebruikt? En vooral, welke sporen zijn er vandaag van die werken overgebleven, in mijn lichaam en in mijn bewegingen?

In 2017 ontdekte ik met Banataba een dorp in het woud aan de oevers van de Congo-rivier, het land van mijn voorouders van moederskant. Sindsdien ben ik er geregeld teruggekeerd, op zoek naar een door de Geschiedenis verbrijzeld familiearchief waarvan de brokstukken verspreid liggen tussen het eiland Tabakili en Kisangani, verhalen waaruit alleen de namen van de mannelijke leden van mijn clan naar voren komen. Wat hebben we dan gedaan met onze moeders, met onze zussen, waar zijn onze vrouwen gebleven?

Dus ga ik op zoek naar Gbaga, momenteel de bekendste beeldhouwer in Lengola-land, bijgenaamd Prince, de Prins der beeldhouwers. Gbaga weet hoe met hout te praten, Gbaga weet hoe hij vormen uit hout moet halen om er de kracht van onze overleden voorouders in te blazen. Hij zal voor mij de verdwenen vrouwen van mijn moeders clan beeldhouwen. En omdat beelden spreken, roep ik ze allemaal op het podium. Ik luister naar hun gesprekken over het leven zoals het vroeger was in Lengola-land en ik dans het leven van vandaag, na de oorlog, de crisis, de oorlog…

  • Faustin Linyekula

 

Al bijna 30 jaar beschouwt Faustin Linyekula zijn dans als een manier om op zoek te gaan naar Congo, zijn land en dat van zijn voorouders, een land van eindeloze oorlogen en dagdagelijkse tragedies. Congo is daarbij de naam van een immens, veelzijdig grondgebied, waar afstanden niet worden gemeten in kilometer maar in reistijd. De onzichtbare grenzen tussen de gebieden waaruit dat land bestaat zijn vaag, elastisch, poreus: van de rivier naar de stad, van het woud naar de mijn, van het hedendaagse slagveld naar voorouderlijke wegen. Het Congo van Faustin Linyekula is een hybride tijd-en-ruimte die gekneed is door een paar honderden talen en culturen. Een land dat niet te vatten is, dat niet binnen de grenzen van landkaarten past, dat tegelijk breder en dikker is, gelaagd en versnipperd. Leeggehaald ook, want deze heterogene gebieden, die altijd al met elkaar verbonden zijn geweest, blijken des te ontoegankelijker omdat dit terrein voor deze choreograaf vooral een spiegel is die gebroken is door vroegere en huidige kolonisatoren, en door de wanorde er zowel die van binnenuit als van buitenaf in stand wordt gehouden.

Niettemin verzamelt hij geduldig de brokstukken die hij aantreft. Ze zijn gebroken, verbannen of verboden, afgeschreven, verloren. Soms halen ze nauwelijks nog adem, onzeker over hun vaak minuscule resonanties. Als hij Congolees is, als het zin heeft dat te zeggen of te geloven, dan is het in en door zijn lichaam – alsof zijn lichaam, zijn stem en zijn adem levende archieven zijn, alsof ze iets weten wat hemzelf onbekend is.

Faustin Linyekula noemde zijn gezelschap de Studios Kabako, naar het personage van het toneelstuk Mhoi-Ceul van de Ivoriaanse toneelschrijver Bernard Dadié dat in de loop van zijn voorstellingen zijn dubbelganger is geworden. Kabako, de verhalenverteller die liever danst dan spreekt. Kabako-Linyekula doorkruiste Congo en vervolgens de hele wereld. Hij werd uitgenodigd op de vijf continenten om zijn danszoektochten te presenteren en draagt dat kapotgemaakte Congo met zich mee als bagage en als verdriet, als gave en als last.

Toen Faustin Linyekula een project voor ogen had om de twintigste verjaardag van Studios Kabako te vieren, gaf hij het een titel die als het ware een synthese is van zijn choreografisch werk: My body, my archive (2023). Het zou een gelegenheid worden om op zijn stappen terug te keren, om een herinneringspuzzel samen te stellen aan de hand van zijn voorstellingen, die tegelijk ook etappes zijn in een zoektocht naar het denkbeeldige en toch aanwezige 
Congo. My body, my archive (2023) kan dan ook beschouwd worden als een reeks citaten uit zijn vroegere voorstellingen, hoewel ze niet nauwkeurig dienen te zijn: die verwijzingen hoeven niet trefzeker te zijn, de aandacht, de intuïtie en de kracht die ze voeden, zijn op een andere manier bepalend.

Dat eerste elan kruiste evenwel een tweede. Voor een andere creatie had Faustin Linyekula de weg teruggevonden naar de clan van zijn moeder. Sindsdien keerde hij een paar keer terug naar het dorp en hij verbaasde zich er op den duur over dat de verhalen die hij daar verzamelde uitsluitend over mannelijke voorouders gingen – en dat terwijl de clan naar een vrouw was vernoemd. “Waar zijn de vrouwen gebleven?”, zo vroeg hij, en dat niet alleen aan de leden van de clan, niet alleen aan de verhalenvertellers of aan de percussionisten en niet alleen aan een beeldhouwer die hij algauw verzocht om zijn vrouwelijke voorouders te beeldhouwen – maar ook aan zichzelf, want de flarden van herinneringen die hij gedurende 20 jaar Kabako-creaties had vergaard, waren al evenzeer verbonden met mannelijke personages, zo stelde hij vast.

My body, my archive (2023) wordt op die manier de dubbele, verstrengelde tocht van een herinnering naar zichzelf, een dubbele wenteltrap om de begraven gronden van het verleden te verbinden met het heden, als om de paden die morgen mogelijks kunnen worden gevolgd vrij te maken, uit te breiden, te vermenigvuldigen.

Niettemin blijft dit slechts één versie van de feiten, want het is duidelijk dat authenticiteit, waarheid en zekerheid niet het terrein zijn van deze emoties. Kabako verkent in zijn elan ook andere oevers. In Kisangani, de metropool in het oosten van de Democratische Republiek Congo, waar het gezelschap zijn thuishaven heeft, zijn de Studios Kabako ook een plek geworden voor opleidingen en andere activiteiten, waar jonge kunstenaars worden begeleid en persoonlijke en artistieke initiatieven worden aangemoedigd die verband houden met specifieke contexten. Sinds een paar jaar heeft Faustin Linyekula deze grootstad ook verlaten om een nieuw project op te zetten midden in een uitgestrekt bos, waar hij een dialoog op gang brengt tussen kunsten, voortlevende stukjes traditionele kennis en moderne wetenschappelijke hypotheses, alsook met plaatselijke en internationale socio-ecologische problemen. My body, my archive (2023) vertoont ook daarvan de sporen: die van een voortdurende tocht door geïsoleerde, geteisterde of afgelegen gebieden, een tocht die bestaat uit het met elkaar verbinden van tijden, wezens en verhalen, van mannen en vrouwen, van water en woningen, van bossen, rivieren, bodem, hout, licht, van de lasten die zij met zich meedragen, van de krachten die zij overbrengen.

In My body, my archive (2023) weerklinken trommels van het soort dat iemands komst in een dorp aankondigt. Toch slaan ze een gewijzigd ritme, heruitgevonden en opnieuw samengesteld, om tegemoet te komen aan de vrouwelijke voorouders van Faustin Linyekula, terwijl Gbaga voor de sculpturen zorgde. Verderop verwelkomt oom Ignace diezelfde beeldjes in zijn huis in Kisangani, en deze overtuigde katholiek verrast zijn omgeving door tegen die beeldjes te praten alsof ze familieleden zijn, door hen welkom te heten in het huis van hun familie. Het verleden herontdekken, tijden en ruimtes met elkaar verbinden betekent niet die naspelen of in leven houden, maar de gelegenheid bieden om de dans van vandaag uit te vinden.

  • Éric Vautrin
  • April 2023
  • Éric Vautrin is sinds september 2015 de dramaturg van het Théâtre Vidy-Lausanne. Zijn werk probeert daarin de geschiedenis van vormen en technieken, relaties met het publiek, creatieve activiteiten en symbolische en institutionele kaders met elkaar te verbinden.

Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Bozar
Choreografie en dans: Faustin Linyekula | Trompet: Heru Shabaka-Ra | Sculptures: Gbaga | Geluids- en videocreatie: Franck Moka | Kostuums: Aldina de Jesus | Dramaturgie in dialoog met Eric Vautrin | Assistent dramaturgie: Dorcas Mulamba | Belichting in samenwerking met Christophe Glanzmann | Additioneel muziek: Jamos (percussies), Passero (percussies), Mobeti (percussies), Joachim Montessuis (Nierica)
Productie: Studios Kabako | Coproductie: Chaillot – Théâtre National de la danse, Théâtre Vidy-Lausanne
Met de steun van: Arts and Humanities Division, New York University Abu Dhabi
Met dank aan: Catherine Wood en Tate Modern

website by lvh