20 — 23.05.2022
Een meisjesschool, meerdere schrijftafels, een schoolbord. Dat is de setting van de voorstelling van Parnia Shams. We volgen Mahoor, een 16-jarig meisje halfweg het semester is verhuisd naar Teheran. Aangekomen in deze nieuwe school sluit ze een diepe en intieme vriendschap met de beste leerlinge van de klas. Ze gaan een relatie aan die de aandacht trekt van andere leerlingen en van het schoolbestuur. Om dit project te creëren werkte Shams met 7 meisjes die recent zijn afgestudeerd aan de middelbare school. Haar stijl is minimalistisch: er lijkt weinig te gebeuren, maar alles zit in de details. We zien hen in de klas met elkaar spreken, over de verboden boeken – verborgen in een rugzak – en een verhaal opbouwen dat even alledaags als uitzonderlijk is. We horen de meisjes in gesprek met de leraar of de directie van de school. Deze gezagsfiguren zijn aanwezig maar onzichtbaar en onhoorbaar voor ons, we kunnen de dialogen volgen door wat de meisjes zeggen. است (“Is”) is dus een spel tussen wat uitgesproken en onhoorbaar is, waarin je moet invullen wat niet wordt of kan gezegd worden, en waarin Parnia Shams het gevoel weergeeft gecontroleerd te worden door een onzichtbare macht. Ze creëert een hyperrealistisch en toch magisch fresco dat het belang toont van de school als een plek om te leren, en niet alleen over feitelijke kennis maar ook over zusterschap en solidariteit.
Onderdrukking als dagelijkse gewoonte
است (is) is het resultaat van een idee dat Parnia Shams ontwikkelde aan de Universiteit Soureh van Teheran, de universiteit die in het theatermilieu in de stad gekend staat voor de dynamiek van de studenten. De kunstenares wil het eerst en vooral over haar ervaringen in meisjesscholen hebben (de informatie in deze tekst komt uit een interview dat ik van Parnia Shams, kort voor het schrijven van deze tekst, heb afgenomen), vandaar de keuze om het dagelijkse leven van de leerlingen zo naturalistisch mogelijk weer te geven. Parnia Shams vertrekt vanuit een vertrouwd kader voor het Iraanse publiek voor een voorstelling over de verhouding tussen de onderdrukking en het dagelijkse leven van de Iraanse jeugd die door de aanhoudende en alomtegenwoordige controle getormenteerd en getraumatiseerd geraakte.
است (is) geeft een weerslag van het verhaal van Mahoor, een tiener uit de stad Rasht, in het noorden van het land. Na de scheiding van haar ouders, gaat ze naar een privéschool in de hoofdstad. Haar bevoorrechte relatie met Negar ligt aan de basis van geruchten en opmerkingen in de school. De twee tieners worden gestigmatiseerd omdat hun verhouding “abnormaal”, “subversief” en “ontoelaatbaar” zou zijn en “een aanvaardbare vriendschap tussen twee meisjes” zou overstijgen. De twee vrienden worden bij de directrice geroepen en zij eist van hen dat ze schuld bekennen en dicteert hen een tekst waarbij ze hun berouw moeten uitdrukken. Mahoor legt zich erbij neer en bezwijkt voor de druk die de directrice haar oplegt, Negar verwerpt de bekentenissen en wordt zo van school gestuurd.
Aan de hand van dit verhalende stramien, dompelt de voorstelling het publiek onder in een realistische en zelfs een naturalistische en gedetailleerde weergave van de schoolcontext voor meisjes in Iran (een universum dat duister is in de ogen van de Iraanse maatschappij door verschillende processen van socio-politieke uitsluiting). De wereld waar de mechanismen van de onderdrukking en van de controle niet meer fysiek zijn noch concreet: ze zitten in de lucht die de bevolking inademt, in meest alledaagse gebaren en bewegingen, in de meest intieme gedachten en gevoelens.
است (is) betrekt het publiek in een paradoxaal spel tussen het zichtbare en het onzichtbare, en nodigt uit om zich met de leerlingen en hun ervaringen te vereenzelvigen maar ook om zich in te leven in de plaats van de directrice. Het is alsof de houding en de woorden die Mahoor en Negar in het bureau van de directrice uitten, gericht zijn aan het publiek, maar ook een antwoord zijn op de vragen van het publiek. Vooraan op scène, tussen het rechthoekige klaslokaal en de banken staat het bureau van de directrice. Daar waar de klas en het leven dat zich er afspeelt onderwerp zijn van een concrete voorstelling, blijven de directrice en haar ruimte onzichtbaar, evenals de onderwijzeressen bestaan de directrice en haar bureau alleen maar in de reacties en de bewegingen van de leerlingen. Anders gezegd, hetgeen “bestaat” (است, “ast”, in Farsi) in de ogen van de toeschouwers, zijn de leerlingen, hun levens en hun verhalen en wat – daarentegen – niet “bestaat” (“nist” in Farsi), zijn de strijdkrachten van het gezag en de onderdrukking, alsook hun controlemechanismen.
Deze krachten en hun mechanismen bestaan, maar door hun onzichtbaarheid krijgen zij op het toneel een metafysische dimensie, die zowel individueel als gemeenschappelijk van aard is, aangezien alle leerlingen ze verinnerlijkt hebben. Zo conditioneren en controleren die krachten hen, hun relaties, hun woorden, hun gebaren en zelfs hun lot. De toeschouwers worden in deze “ongemakkelijke” en “paradoxale” positie gedwongen. Door de confrontatie met een ervaring van onderdrukking op school, die zij niet noodzakelijkerwijze zelf meemaakten, wordt het publiek ertoe gebracht zichzelf in vraag te stellen.
De voorstelling kreeg vorm tijdens een 8 maand-durend creatief proces waarin de regisseuse zich waagde aan improvisatieoefeningen en toneelschrijven met een groep theaterstudenten. Het stuk werd geselecteerd voor het Internationaal Universitair Theaterfestival van Teheran waar de regisseuse prijzen ontving voor haar tekst, scenografie, acteerwerk en enscenering. Het festival is een referentie voor het universitair theater en staat vooral bekend voor nieuwe theaterexperimenten en voor de toepassing van censuur, die minder streng is dan bij staatsfestivals. In die mate zelfs dat er creaties te ontdekken zijn die problematische, zelfs taboeonderwerpen aankaarten, in dit geval een intieme relatie tussen twee tienermeisjes.
- Amin Zamani, Afsaneh Nouri April 2022
- Amin Zamani, onderzoeker binnen de theaterwetenschappen heeft een doctoraat geschreven en verdedigd aan de ULB over het Iraanse theatermilieu in de jaren 2010. Hij onderzocht het problematische verband tussen het theater, de stad Teheran en de machtsverhoudingen die de stad beheersen. Naast zijn werk als academisch onderzoeker, was hij één van de initiatiefnemers om het Iraanse theater aan het Belgische publiek kenbaar te maken door evenementen te organiseren in samenwerking met Bozar en Kunstenfestivaldesarts.
- Afsaneh Nouri, schrijfster en theaterregisseuse, maakte verschillende voorstellingen die vertoond en beloond werden in Iran. Ze werkte eveneens als journaliste en theatercritica. In 2013 komt ze in Brussel wonen en regisseert er in maart 2018 Chante avec moi in Bozar in het kader van het Welcome to Iran-evenement.
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, KVS
Regie: Parnia Shams | Tekst: Parnia Shams, Amir Ebrahimzadeh | Dramaturg: Shabab Rahmani | Performers: Parnia Shams, Parvaneh Zabeh, Yasaman Rasouli, Shadi Safshekan, Sadaf Maleki, Mahoor Mirzanezhad, Mahtab Karimi | Scenografie: Pourya Akhavan | Decorbouw: Mohsen Banihashemi | Belichting: Alireza Miranjom | Licht assistent: Morteza Haghieinloo | Kostuums: Pegah Shams | Regie assistent: Mahmood Khodaverdi | Productie assistent: Atabak Mehrad | Grafisch ontwerp: Mohammad Mosavat | Vertaling ondertitels: Roja Ramezani | Boventitelen en vertalingen: Babel Subtitling
Spreiding: NH Theatre Agency