20 — 24.05.2021

Romeo Castellucci Cesena

Buster

theater / performance — premiere

Esplanade van het Rijksadministratief Centrum

⧖ 40min | €22 / €18 | In openlucht

De nieuwe in situ-creatie van Romeo Castellucci volgt negen principes. “01. De deelname van een veertigtal mannen is vereist. 02. Zij zijn geen acteurs, maar protagonisten op een scène. 03. Er zijn geen repetities. 04. Elk van hen draagt een politie-uniform en een onzichtbare koptelefoon. 05. Elk van hen ontvangt live individuele bevelen. 06. Elke politieman moet het ontvangen bevel uitvoeren. 07. Van de politiemannen wordt geen improvisatie gevraagd, enkel een absolute aanwezigheid. 08. De politieman en de acteur zijn één en dezelfde. 09. De actie speelt zich 's nachts af, in het centrum van Brussel”. Buster, gecreëerd voor het festival, speelt zich af op de Esplanade van het Rijksadministratief Centrum, tussen het hoofdkwartier van de federale politie en de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal. Een verlaten plein met de stad als achtergrond. Een voorstelling over de wet en over geweld, een komedie over de rol van acteurs die hun lichaam lenen aan acties die niet de hunne zijn.

read more

Romeo Castellucci Buster initiating “Bros”

Buster is allesbehalve onopgemerkt door de stad getrokken, en palmde de Esplanade van het Rijksadministratief Centrum in, tussen het Hoofdkwartier van de Federale Politie en de Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal. Dit is de eerste keer dat u een performance op touw hebt gezet in een openbare ruimte.
Buster heeft te maken met de politie. Aangezien een en ander plaatsvindt tegenover het hoofdgebouw van de federale politie kan de mimesis niet duidelijker zijn. Doordat we de acties van politieagenten rechtstreeks in de stad situeren, op de plaats van een vermeend misdrijf, krijg je een spiegelend effect dat nog meer gaat schitteren. Het zorgt voor een krachtige overlapping, die ons desoriënteert en de mimesis versterkt.

Je zou gemakkelijk kunnen denken dat het handvol politieagenten die de Esplanade oversteken net het politiekantoor hebben verlaten.

Deze ruimte wordt gebruikt als een gevonden omgeving, met inbegrip van haar systeem van tekens en haar topografische elementen. De skyline, die zo ver reikt als het oog kan zien in de stedelijke ruimte van de Esplanade, is een synecdoche voor de hele stad. Het theater verlaat de bühne en trekt de stad in, en grijpt naar een emblematische topos, de nacht. Dit is een rechtstreekse, positieve bezetting van ruimte: na het verlaten van de plek bestemd voor voorstellingen, ontdekken we de essentie van theater, openluchttheater, in het hart van een Naakte Stad.     

Wat verklaart de aanwezigheid van dit groepje politieagenten?
De politieagenten gaan op in de nacht. Ze worden een wat enge, spookachtige aanwezigheid. Het verbazende is het ontbreken van elke criminele handeling. De politie lijkt rondom een leegte te bewegen. Het doet wat denken aan een thriller, maar dan zonder echt misdrijf. Er hangt een uigesproken dreiging in de lucht. De drijvende kracht achter het inzetten van dit gewapende korps ontbreekt als deel van een lineair narratief. Het gaat meer om een latentie met een nachtelijke, verontrustende kant. Je zou kunnen zeggen dat de aanwezigheid van de politie de plaats van het misdrijf voorbereidt. De politieagenten zijn opgetrommeld voor een vermeend misdrijf dat samenvalt met de wet zelf, een tautologisch misdrijf.

Er interfereert iets met de codes, die niet langer logisch of moreel zijn. Er vormen zich scènes, maar hun combinaties lopen dood. Er ontbreken schakels, zoals in een verhaal dat terwijl het zich ontplooit uit elkaar valt in elementaire actiepatronen. Een hart van duisternis omhult de figuren, waarbij relaties worden gevormd die elkaar overlappen en naar verscheidene mogelijke plots wordt verwezen, maar de narratieve draden worden niet aan elkaar geknoopt tot een verhaal.

De groep van politieagenten en de toeschouwers houden elkaar numeriek in evenwicht. Elke groep telt ongeveer evenveel personen.
De politiemannen komen als een golf, in het zwart gekleed, gewapend, met stokken en honden. Bij een aantal collectieve momenten zie je broederschappen gesmeed worden, door het behoren tot een groter geheel dat versterkt wordt door de uitzonderlijke kracht van de uniformen. We zijn getuige van het ritueel van het aantrekken van een uniform, een initiatie. Het helt soms naar iets esoterisch over. Het is een plechtige ambtsbekleding waardoor men deel wordt van de clan. Ondanks deze spanning ontstaan er paradoxale situaties die in de buurt van comedy komen. Het is geen toeval dat de politie één van de eerste onderwerpen in de geschiedenis van de film is. Politieagenten werden voortdurend gezien als nevenpersonages in de vroege populaire cinema, vooral in komedies, en worden in verband gebracht met chaos, herrie en verwarring. In Buster Keatons films dragen politieagenten steevast actief bij tot de wanorde, in plaats van de behoeders van de orde te zijn. In Buster laat de comedy sporen van onbehaaglijkheid na, minimale gebeurtenissen die geënt zijn op een verontrustende achtergrond.

Gags en de politie zijn onlosmakelijk verweven met de geschiedenis van de cinema. Wordt in Buster naar deze wereld verwezen via microscopische komische mislukkingen, als een bron van verstoring? Dienen ze om de norm te veranderen, door zijn autoritaire kant te tonen?
In comedysketches was een gag oorspronkelijk een klein plaatje dat in de mond werd gelegd om te verhinderen correct te spreken. Het deed de acteur hakkelend spreken en verstoorde de zinsopbouw. De gag is een instrument om taalkundig te gaan hakkelen, zijn functie is de gewoonte te ontregelen en te vervangen door wanorde. Het heeft te maken met de wet en de macht van de inbreuk. Er zit een anarchistisch kantje aan comedy, dat de wet uitdaagt: comedy, als de hardcore van de wet.

Komische situaties hebben een dubbel kantje dat verontrustend wordt. Je lacht met beschadigingen en met slachtoffers. Er zijn dus slachtoffers aan beide kanten, aangezien de politieagenten zelf het slachtoffer zijn van de bevelen die ze voortdurend via onzichtbare oortjes krijgen en waaraan ze niet kunnen ontsnappen.

De vertolkers in Buster werden niet gekozen via een casting, ze komen van de straat, nadat ze gehoor hebben gegeven aan een open call. Ze staan op de scène zonder gerepeteerd te hebben, ze hebben geen rol geleerd om “te spelen”, ze leren die terwijl ze bevelen opvolgen die hen gegeven worden via oortjes.
De vertolkers – burgers van Brusssel – stemmen in met een protocol, om “politieagent te worden”. Ze leggen een soort eed af, aanvaarden een lijst van voorwaarden en onderwerpen zich aan de bevelen. Hun taak bestaat erin een flink pak bevelen uit te voeren zonder te weifelen. En onvermijdelijk leiden hun bevelen tot de nodige wanorde. Er is geen plaats voor weldoordachte daden, noch voor keuzes. Er is geen tijd. Ze moeten onmiddellijk gehoorzamen, zonder te denken. De tijd is gecomprimeerd tot een absoluut heden, een afgrond waarin alleen het bevel en zijn ogenblikkelijke uitvoering bestaan. Dit zin pseudo-acteurs, en in die zin de enige protagonisten.

De acteur en de actie zijn één en hetzelfde ding, ze overlappen elkaar. Dit is een manier om komaf te maken met het concept van identificatie bij het acteren, dat nu eenvoudigweg bestaat uit zijn eigen acties, precies omdat er geen plaats en tijd is voor psychologie. De politieagenten worden verrast en van hun verantwoordelijkheden ontheven. Ze weten niet wat ze doen, zoals de Soldaten van Jezus, ze doen het gewoon. In deze procedure, en in de breuklijnen die ontstaan, wordt het donkere hart van de wet blootgelegd, samen met zijn oeroude functie: ervoor te zorgen dat het misdrijf zich klaarmaakt om eraan te komen.           

  • Interview Piersandra Di Matteo

Presentatie: Kunstenfestivaldesarts-KANAL – Centre Pompidou-La Monnaie/De Munt

Concept, regie: Romeo Castellucci | With: Antonio Montanile, Bira Lima, Christophe Jaccard, Costantino Giampiccolo, Cyriel Lucas, Etienne Jean-Marc, Gaëtan Charbonnier, Hippolyt Doucy, Jacques Sennesael, Jean Schabel, Jean Schatz, Jef Dewit, Jonas Wertz, Naïm Belhaloumi, Patrick Delandtsheer, Pierre Megos, Rafik Bellali, Thibaut Verspreet, Matteo Marongiu, Vadiel Gonzalez, Imad Auassar, Alain Stepman, David Bernardas Casteil, Thiago Antunes, Arno Verbruggen, Johannes Arnauts, Julien Neirynck, Bartel Busschaert, Jonathan Linga, Kiran Vassilieff | Muziek: Scott Gibbons | Dramaturg: Piersandra Di Matteo | Regie assistent: Filippo Ferraresi | Technischeleiding: Eugenio Resta | Toneelmeester: Andrei Benchea | Belichting: Andrea Sanson | Klank: Claudio Tortorici | Kleedster: Chiara Venturini | Stage sculptures, automations: Plastikart studio | Kostuumontwerp: Grazia Bagnaresi | Productie leiding: Benedetta Briglia | Production manager: Giulia Colla | Promotie, spreiding: Gilda Biasini | Technischeleiding: Carmen Castellucci, Francesca Di Serio, Gionni Gardini, Caterina Soranzo | Administratie: Michela Medri, Elisa Bruno, Simona Barducci | Zakelijk advies: Massimiliano Coli Societas | Coproductie: Kunstenfestivaldesarts, KANAL - Centre Pompidou, La Monnaie/De Munt, Printemps des Comédiens Montpellier 2020, LAC - LuganoArteCultura, Maillon Théâtre de Strasbourg - Scène Européenne, Temporada Alta 2020, Manège-Maubeuge Scène nationale, Le Phénix - Scène nationale Pôle européen de création Valenciennes, MC93 Maison de la Culture de Seine-Saint-Denis, Ruhrfestspiele | Performances in Brussel in samenwerking met the Italian Cultural Institute in Brussels

website by lvh