12 — 14.05, 16.05.2023

Sarah Vanhee Brussel

Mémé

theater — premiere

De Kriekelaar

Toegankelijk voor rolstoelgebruikers | West-Vlaams, Nederlands, Engels → FR, NL, EN | ⧖ ±1h30 | €18 / €15

Hoe verhoudt de wereld van vandaag zich tot de vergeten vrouwen uit het verleden, en tot de grond die zij bewerkten? En hoe zien we hen weerspiegeld in de vergeten vrouwen van vandaag, wiens arbeid nog steeds wordt uitgebuit? Mémé is een intergenerationele, gelaagde en meertalige performance over onze relatie tot de voorouders, de (geboorte)grond en het vrouwenlichaam. Het is Sarah Vanhees rituele poging om haar West-Vlaamse grootmoeders terug tot leven te wekken. Zoals de meeste vrouwen in die tijd besteedden ze het grootste deel van hun leven aan ‘arbeid’: kinderen baren en opvoeden, werken in huis en op het land, altijd ten dienste van anderen. Alleen op een podium bevolkt met stemmen wordt Vanhee omringd door poppen, geesten, schaduwen en kinderen – gecreëerd in samenwerking met poppenmaakster Toztli Abril de Dios en geluidskunstenares Ibelisse Guardia Ferragutti. Deels in het West-Vlaams herdenkt Vanhee onze matriarchale verwantschappen, zoekt ze terug verbinding met haar grootmoeders, en neemt ze uiteindelijk afscheid. Mémé is een ode aan alle onzichtbare vrouwen, de aarde, het leven zelf, werk en plezier.

read more

Mémé

Interview met Sarah Vanhee

Myriam Stéphanie Perraton Lambert – Mémé is een ode aan je gestorven grootmoeders. Door in je West-Vlaamse familiegeschiedenis te duiken, werp je een licht op de arbeid die moeders verrichten en op familiebanden, maar je hebt het vooral ook over manieren van samenzijn en hoe we onze verhalen vertellen en schrijven. Kan je ons iets vertellen over die ontmoeting met je voorouders en over hoe je ze ensceneert?
Sarah Vanhee – Mémé is een viering van onze levens die op een intieme manier verbonden zijn met waar we vandaan komen. Ik kom uit een familie waar arbeid en plicht centraal staan, zelfs de naam van het dorp van mijn familie van moederskant is ‘Werken’. Gedurende het grootste deel van hun leven stonden de lichamen van mijn grootmoeders in dienst van het bewerken van het land, herhaaldelijk bevallen, het onderhouden van hun huis en gezin. Hun lichamen waren functioneel en utilitair, stonden in dienst van het huishouden en de mores van die tijd. Lichamelijk-heid diende nauwelijks als kanaal voor plezier, sensualiteit, vreugde en zelfvervulling. Hetzelfde geldt voor de aarde van onze geboortegrond. Het is een landbouwstreek die geteisterd werd door de loopgravenoorlog. Hoewel mijn grootmoeders elke dag van hun leven op die grond liepen en werkten, denk ik niet dat ze echt de kans kregen om op een niet-functionele manier in aanraking te komen met de natuur. Ik nodig hen op scène uit voor een ‘pillow talk’, een ruimte die doet dromen, die verbindt en die uitnodigt om verhalen te verzinnen. Ik nodig ze in deze zachte, feministische omgeving uit om met hen de zorg en de vreugde te delen die ik mezelf leerde geven. Ik wil ook een andere betekenis geven aan de moederrol die ze elk op hun manier moesten vervullen, binnen de omstandigheden van hun tijd. Er zijn bijvoorbeeld video’s die ik met mijn zoon heb gemaakt die getuigen over hoe de tijd (het tijdperk, het klimaat, de waarden, het ritme, …) mij toelaat een heel andere relatie met hem te hebben dan mijn grootmoeders met hun kinderen.

Een belangrijk onderdeel van je artistiek werk is de infiltratie en interventie in publieke, niet-theatrale plekken. Net zoals voor Oblivion (2015) en Unforetold (2018), keer je ook ditmaal terug naar de black box. Waarom heeft Mémé het theater nodig?
In samenwerking met de poppen- en objectenmaakster Toztli Abril de Dios, de geluidskunstenares Ibelisse Guardia Ferragutti en de choreografe Christine De Smedt, verkennen we op een letterlijke manier het idee van het spelen; spelen om theater te maken. De voorstelling is met de hand gemaakt en wordt ook zo uitgevoerd, het maakproces is zichtbaar. Het is een stuk dat volledig ambachtelijk gemaakt werd door vrouwen. Toztli, Ibelisse, Christine en ikzelf delen een multidisciplinaire aanpak en een voorliefde voor ambacht en handwerk. Als makers van dit theaterstuk hebben we niet enkel elk een element gecreëerd, maar samen ook het geheel van het stuk. Naast onze handen en het werk met de materialen, zijn het ook onze kennis, onze ervaringen, onze krachten en onze verhalen die dit stuk – gemaakt van objecten, geluiden, bewegingen en tekst –  samen weven. Elke naad tussen deze verschillende talen onthult een zorg, een ontmoeting en een herinnering. De scène wordt zo bevolkt door talrijke aanwezigheden, en hoewel het een solovoorstelling is, voel ik me niet alleen. Natuurlijk is de black box ook uitermate geschikt voor rituelen, voor evocaties en voor de verbeelding.

De vraag rond zorg vormt een knoop met de (sociale, fysieke, reproductieve, economische) dwang, die nooit gemakkelijk te ontwarren is. Hoe getuigt het stuk van deze polariteit die nauw verbonden is met de arbeid van de moeder?
“Zorgen, zorgen, zorgen, …, daar draaide heel haar leven rond,” zei mijn moeder over mijn grootmoeder. Mémé, haar moeder, was een sterke en genereuze vrouw voor wie het gemeenschapsgevoel en delen erg belangrijk waren. De moeder van mijn vader was, op haar beurt, haar hele leven depressief. Ze had niet de mentale kracht om te voldoen aan de verwachtingen van haar tijd. Ze hebben zich de moederrol die hun werd opgelegd, eigen moeten maken, elk met heel verschillende mogelijkheden en capaciteiten / agentschap. Eén is er krachtig uitgekomen, de andere eerder beschadigd. Het zijn twee unieke en complexe verhalen, maar ergens zijn ze ook universeel.

In een van haar boeken schrijft de Belgische filosofe Vinciane Despret dat “geesten niet passen in verklaringsmodellen, ze moeten er eenvoudigweg gewoon zijn. Ze moeten vereerd worden, maar ze mogen niets uitleggen […] ze moeten zaken eerder compliceren.” 1 Wat denk jij daarvan?
Dit citaat is heel suggestief voor dit werk. Deze reis die mijn voorouders weer tot leven wekt, bemoeilijkt bepaalde vragen waarop ik nog geen antwoorden heb gevonden, en maakt ze ook complex. Het oproepen van geesten laat toe om de afwezigheid en de vergetelheid te benoemen, om datgene wat we niet begrijpen en alles wat niet gezegd wordt, in woorden te vatten en aanwezig te maken. Met Mémé probeer ik te begrijpen waaruit transgenerationeel trauma bestaat, maar vooral onze verstrengelde levens te vieren. Bovendien wil ik onze ontmoeting verbeelden in een intimiteit die we nooit konden meemaken toen ze nog leefden. De poppen van oma en mémé praten niet. Ze hebben geen tekst. We ontmoeten elkaar in een fictieve tijd, een tijd van evocatie, van mogelijkheden, van spel, van ontdekking. Er is dus geen dialoog. Ik spreek via hen. Een deel van het stuk gaat ook over de stiltes van mijn familie die ik verzameld en bewaard heb. Die stiltes zijn ook die van de landschappen uit mijn kindertijd in Vlaanderen. Het is een plat landschap met heel weinig reliëf. De horizon van dat landschap lijkt mij doorkruist door een stilte vol dwalende geesten.

Soms wordt het kind binnen de familiale context onvrijwillig gedwongen om zich te onderwerpen aan het ‘familiespel’ door een voorbestemde ‘rol’ op zich te nemen. Daarom is het soms zo moeilijk om zichzelf te ontmoeten, om zichzelf te ontdekken als uniek en verschillend wezen. Mémé lijkt daar een kloof te openen: een gesprek tussen het ‘wij’ van de familie en het ‘ik’ van een kind. Welke rol speelt deze ruimte van (re)constructie in jouw werk?
Kunst is voor mij een derde element dat toelaat om het dagdagelijkse en de rollen die we aannemen te overstijgen. Wat ik het ‘derde element’ in mijn werk noem, is het voorwerp van bemiddeling tussen de twee partijen in een gesprek. Het is iets wat de banaliteit van het leven overstijgt, perspectieven opent, zorgt voor een juistere afstand en een nieuw bewustzijn in de dialoog. Het is het kunstwerk in Untitled (2012), het manuscript in mijn werk met Claire C (The C-Project, 2010), het scenario van een misdaadfilm die ik samen creëer met gedetineerden in de documentaire The Making of Justice (2017). Ik denk dat Mémé het derde element is in de relatie met mijn familie. Grappig genoeg weet ik soms niet meer wie ik ben in het stuk. De dochter, de moeder, de grootmoeder of een boodschapper. Ik vertolk een veelheid aan vrouwelijke rollen en ik geloof dat in deze speelruimte transformatie kan plaatsvinden, het opnieuw uitvinden van zichzelf. Het zou zeer helend zijn indien er opnieuw meer plaats zou zijn voor rituelen in families. We hebben allemaal nood aan ruimtes waarin we onze ervaringen kunnen symboliseren, belichamen en vormgeven, om onszelf beter te kunnen heruitvinden.

Interview met Myriam Stéphanie Perraton Lambert
April 2023.


Myriam Stéphanie Perraton Lambert is dramaturge. Haar onderzoek richt zich op choreografisch, visueel en tekstueel schrijven voor vrouwen. Ze doceert aan de École supérieure de théâtre de l’UQAM en doceert dramaturgie aan de École de théâtre professionnel van het Collège Lionel-Groulx.

1 Vinciane Despret, “La tentation de l’innocence : conver-sation avec Donna Haraway et Isabelle Stengers”, in Habiter le trouble, p.333-334, Éditions du dehors, 2019.

Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, De Kriekelaar 
Concept, tekst en per­for­man­ce: Sarah Vanhee | Objecten en sce­no­gra­fie: Toztli Abril de Dios | Sound: Ibelisse Guardia Ferragutti | Outside eye: Christine De Smedt | Technici: Babette Poncelet, Geeraard Respeel | Performance op video: Leander Polzer Vanhee | Met de waardevolle input van: de fami­lie Vanhee-Deseure | Opgedragen aan: Margaretha Ghyselen & Denise Desaever | Engelse vertaling: Patrick Lennon | Franse vertaling: Isabelle Grynberg | Nederlandse vertaling en boventitels: Marika Ingels
Productie: CAMPO | Coproductie: Kunstenfestivaldesarts, Kaaitheater, Wiener Festwochen, BUDA, HAU Hebbel am Ufer, De Grote Post, Théâtre de la Bastille, Festival d’Automne à Paris  
en Perpodium
Met de steun van: taxshelter van de Belgische federale regering via uFund
Residenties: KWP Kunstenwerkplaats, Kaaitheater, BUDA  
Met dank aan: Leontien Allemeersch, Katia Castañeda, Wout Clarysse, Gabriela de Dios, Elena Gore, Claudine Grinwis, Flore Herman, Alfredo Méndez, Leonie Persyn, Manuel Reyes, Jochem van Tol

website by lvh