De ruimte van taal

“Ik spreek over mijn taal in de derde persoon.” Met deze zin vat de Libanese dichteres Mirene Arsanios haar afstand tot taal. Opgegroeid in vele talen, ervaart ze de ruimte die bestaat tussen zichzelf en de talen waarmee ze ‘ik’ kan zeggen als een fysieke kloof.

Deze kloof herinnert ons eraan dat taal de werkelijkheid definieert maar er niet mee samenvalt, en dat men precies in deze ruimte de werkelijkheid opnieuw kan uitvinden. In zo’n magische tussenruimte gaat deze editie van Kunstenfestivaldesarts van start, met het visionaire werk Angela (A Strange Loop) van Susanne Kennedy en Markus Selg. In een televisiestudio wordt een dag gereconstrueerd uit het leven van een vrouw genaamd Angela. Welke handelingen lijken haar te definiëren? Wat betekent het om ‘ik’ te zeggen?

Kunstenfestivaldesarts heeft van het experimenteren met verschillende artistieke talen zijn uitgangspunt gemaakt, en speelt zich af in een stad die een prachtig onstabiele relatie heeft met taal. Deze editie kan dan ook worden gezien als een avontuurlijke reis naar de afgrond van de taal en haar potentieel om het heden te definiëren, te transformeren. Sommige talen worden ons als moedertaal overgedragen, andere bepalen iemands identiteit. Maar talen worden ook aangeleerd, vergeten en opnieuw uitgevonden. Ze getuigen van de poreusheid en de verschuivende aard van onze relaties. Ze bouwen nieuwe banden op en bieden –net door hun afstand tot het ‘ik’– de mogelijkheid om onszelf opnieuw uit te vinden.

In Une traduction infidèle onderzoekt Ahilan Ratnamohan zijn voortdurend evoluerende relatie met taal en identiteit. De in Brussel gevestigde Sarah Vanhee keert terug naar het festival met een eerbetoon aan haar grootmoeder. Gedeeltelijk opgevoerd in een West-Vlaams dialect bevraagt haar voorstelling de homogenisering van de moderne taal en van de samenleving. Calixto Neto presenteert een nieuwe choreografie waarin manipulatie, buikspreken en taalverwerving tools zijn om zich het lichaam opnieuw toe te eigenen. In de Brigittinenkapel brengt het kunstenaarsduo Basel Abbas en Ruanne Abou-Rahme een installatie over de kracht van poëzie. Woorden en lege ruimtes worden er een vorm van verzet.

In lijn met het programma is de Free School dit jaar gewijd aan taal. Met The School of Integration/Lexicon creëert Tania Bruguera een tijdelijke taalschool die de hele maand haar deuren opent. Burgers en kunstenaars organiseren er lessen in onder meer Oekraïens, Mandarijn Chinees, Arabisch en Lingala. Bruguera pleit voor een integratie die verder gaat dan een onderdompeling in nationale talen, en een wederzijds proces van kennisuitwisseling wordt. Bij de onderwezen talen is ook het Polari, een geheime taal die in het verleden door queer gemeenschappen werd gesproken en van persoon tot persoon werd doorgegeven. Talen zijn niet alleen normatief, ze kunnen ook een hecht web vormen dat door mensen wordt gesponnen, waardoor nieuwe en zelfgekozen banden ontstaan.

Familie bepaalt ons, net als taal. Net zoals we nieuwe talen kunnen creëren, is het mogelijk om onze familie opnieuw uit te vinden. De idee van de gekozen familie, van relaties die elk hegemoniaal model overstijgen, resoneert tijdens deze editie in verschillende artistieke projecten. Nadia Beugré werkt samen met dansers uit de transgemeenschap van Abidjan en viert via hun bewegingen en verhalen de onderlinge solidariteit. Het theater van Kurō Tanino toont een hyperrealistische dwarsdoorsnede van twee huizen in Japan, waar vriendschapsbanden de idee van een familiekern ondermijnen. Met Nocturnes for a Society, een voorstelling die een hele nacht duurt, vraagt Myriam Van Imschoot ons om samen een non-verbale taal te creëren en op die manier de basis te leggen voor een nieuwe samenleving. In een lege sportzaal confronteert choreograaf Alex Baczyński-Jenkins ons met een groep performers die via hun nachtclubtaal een nieuwe gemeenschap hebben gecreëerd.

Taal veroorzaakt een gemeenschappelijkheid, en wel van binnenuit; namelijk door mensen de mogelijkheid te geven om hun eigen verhaal te vertellen. Het collectief MEXA –opgericht door thuisloze mensen in São Paulo– presenteert een werk geïnspireerd op de Odyssee van Homeros. Het vermengt dit canonieke epos met songs, en gaat zo op zoek naar een nieuwe mythologie. Claire Cunningham, die zich identificeert als disabled, maakt met een groep performers met een handicap een krachtig stuk over verzet tegen de norm. Met Il Capitale brengt het Italiaanse gezelschap Kepler-452 een groep arbeiders op het toneel die een fabriek bezetten. Ze vertellen over het leven dat verschijnt –en de familie die ontstaat– wanneer de productie plotseling wordt stopgezet.

Sommige kunstenaars nodigen ons op een unieke manier uit om te reflecteren over het gehaaste en productieve leven. Dana Michel is opnieuw te gast met een fysieke performance die de regels van een werkdag op kantoor tracht te ondermijnen. Amol K Patil gebruikt de openbare ruimte als een platform om er een Indische traditie van protestliederen te ensceneren die zich keert tegen precaire arbeidsomstandigheden. Midori Kurata recreëert een ontmoeting met een verkoper van levensverzekeringen, die ons ervan probeert te overtuigen dat we ook onze dood moeten kapitaliseren.

Voortdurend herkneed door het heden, vormt taal het instrument bij uitstek dat ons toelaat om verhalen te creëren die tegenwicht bieden aan het officiële discours. In de voorstellingen van Gosia Wdowik, Amir Reza Koohestani, Victoria Lomasko of Rayyane Tabet wordt de maatschappelijke realiteit in Polen, Iran, Rusland of Libanon in een nieuw licht geplaatst, door middel van taal.

Taal voedt ons. Het is een normatief –maar ook creatief– instrument dat stamt uit onze kindertijd. Dat kind-zijn staat op verschillende manieren centraal in het festival. Het is de rode draad doorheen de nieuwe voorstelling –getolkt in Gebarentaal– van Léa Drouet, die de school onderzoekt als een fabriek voor burgerschap. Het Spaanse gezelschap Ça marche maakt een visueel indrukwekkende productie die onze blik op de kindertijd onderzoekt. Met Lake Life gaf het festival voor het eerst een creatieopdracht gericht op een gemengd publiek van kinderen en volwassenen. Kate McIntosh verbeeldt erin het emanciperende potentieel van creatie: het creëren van nieuwe werelden, zoals wij nieuwe woorden bedenken.

Taal is wat ons verbindt met het verleden. In haar choreografie over de geschiedenis van de Nimf in de klassieke danstraditie herinnert Lara Barsacq aan wat ons is overgeleverd. Andere kunstenaars onderzoeken dan weer wat ons nièt is meegegeven. In het prachtige Théâtre Royal des Galeries laat Amanda Piña ons via een adembenemende scenografie reizen door het exotisme in de Europese dansgeschiedenis. Faustin Linyekula brengt een hommage aan de vrouwelijke leden van zijn familie, die binnen het familienarratief vaak onzichtbaar bleven. Zij komen terug om daarover het gesprek aan te gaan.

Taal, kindertijd, familiebanden, productiviteit. Deze thema’s roepen open vragen op die worden uitgediept in de teksten van Mirene Arsanios, opgenomen in de festivalbrochure. Haar woorden nodigen uit om ons tijdens het festival te laten beroezen door een explosie van verschillende artistieke talen; taal als een verkenning van wat nog niet bestaat, taal als instrument om het heden uit te dagen, taal die nieuwe banden schept, taal als viering van een onstabiele relatie met de realiteit, die elke dag kan worden herschreven.

Arsanios’ tekst herinnert ons ook aan het feit dat taal altijd haar beperkingen heeft, aan wat taal nièt kan uitdrukken, zoals emoties en concepten die niet te herleiden zijn tot woorden. Zaken die we –dat hopen we– zullen kunnen ervaren tijdens het festival.

 

Daniel Blanga Gubbay & Dries Douibi

website by lvh