21 — 23.05.2025

Tarek Atoui, Noé Soulier Angers-Parijs

Organon

dans / beeldende kunst — premiere

Bozar

Toegankelijk voor rolstoelgebruikersZitplaatsen zonder rugleuning | ⧖ 1h | €20 / €16 | Vrij rondlopen, staande voorstelling met beperkt aantal zitplaatsen

Een briesje lijkt door de Hortahal te waaien. Kunstenaar en componist Tarek Atoui staat bekend om zijn minutieuze en tegelijk vrije verkenning van hoe geluid materialen laat trillen. Als centrale gast maakte hij tijdens de festivaleditie van 2017 indruk met een tentoonstelling en een concertreeks. Zijn sculpturen vormen unieke instrumenten die uitnodigen tot intuïtieve interactie, waarbij beweging en geluid elkaar wederzijds beïnvloeden en sturen. Choreograaf Noé Soulier, die hoge ogen gooide tijdens de editie van 2022, deconstrueert dans tot gebaren en onzichtbare relaties via snelle en complexe verschuivingen die het publiek treffen met de directheid van een windvlaag.

Ondanks hun verschillende praktijken delen Atoui en Soulier een fascinatie voor beweging en het (on)zichtbare. Het festival bracht de twee kunstenaars samen om een voorstelling te creëren die grenzen verlegt en disciplines overstijgt: geluid wordt vermengd met choreografie, lichamen met materialen, het menselijke met het niet-menselijke. De Hortahal wordt getransformeerd tot een magische plek waar actie en reactie voortdurend worden geherdefinieerd. Of worden ze gedragen door dezelfde onzichtbare luchtstroom die tussen lichaam en sculptuur circuleert?

read more

Interview met Tarek Atoui en Noé Soulier

Béatrice Lapadat – Hoe is Organon tot stand gekomen en hoe ontstond het verlangen om samen te werken?


Tarek Atoui – Ik heb Noé zo’n tien jaar geleden leren kennen, en sindsdien volgen we elkaars werk en parcours op de voet. Onze samenwerking voor Organon is tot stand gekomen dankzij een uitnodiging van Kunstenfestivaldesarts, dat erom bekend staat bruggen te slaan tussen verschillende disciplines. We hadden allebei al werk gepresenteerd op eerdere edities van het festival. Voor mij kwam de uitnodiging precies op het moment dat ik mijn samenwerkingen wilde verruimen, en meer toenadering wilde zoeken tot artiesten uit de podiumkunsten. Ik wist meteen dat Noé de geknipte persoon was om samen met mij die zoektocht aan te gaan.


Noé Soulier – Na het zien van verschillende performances en tentoonstellingen van Tarek kreeg ik zin om samen een scenisch project te ontwikkelen. Al snel beseften we
echter dat zo’n aanpak niet zou werken, omdat Tarek geen muziek maakt als begeleiding of illustratie van beweging. De uitnodiging van Kunstenfestivaldesarts zette ons ertoe aan om na te denken over andere manieren om onze bestaande werken samen te brengen, vertrekkend van de structuren en bewegingen die we elk al ontwikkeld hadden. Zo kwamen we uit bij een hybride ruimte, die zowel tot het universum van de performance als tot het universum van de installatie behoort, en waarin we die al ontwikkelde elementen konden transformeren.


Wat inspireerde jullie keuze voor de titel van de performance – Organon?


NS – Met die titel wilden we het etymologische gewicht van het woord “organon” naar voren brengen: “werktuig” of “instrument”, iets wat dient om een doel te bereiken buiten
zichzelf, zoals het voortbrengen van klank. In Tareks werk merk je dat het “organon” niet louter een generator van klank is; het is ook verbonden met materialiteit, met het organische, waarbij de kinesthetische, tactiele en lichamelijke dimensies geactiveerd worden. In onze performance worden noch dans, noch geluid herleid tot louter visuele of auditieve waarneming. Er is een echte wederzijdse afhankelijkheid tussen beide praktijken, elke hiërarchie wordt opgeheven.


TA – Voor mij verwijst “organon” naar een manier van kijken naar of omgaan met een instrument. Dit sluit volledig aan bij onze werkwijze, waarbij we een klankobject verken-
nen via principes die uit het lichaam en de beweging voortkomen zoals die door Noés choreografisch schrijven zijn gevormd. Die benadering van klank –niet louter muzikaal,
maar via het lichaam– vormt precies de essentie van mijn interesse in deze samenwerking. De titel weerspiegelt dat op een treffende manier.


Kunnen jullie iets meer vertellen over de verschillende installaties die in Organon worden ingezet? Welke vormen van interactie tussen lichaam en werk maken ze mogelijk?

NS – De verschillende installaties van Tarek in Organon faciliteren elk op hun manier een andere relatie tussen lichaam, beweging, het werk en klank. Sommige, zoals waterbassins met druppelsystemen of percussie-instrumenten aangedreven door kleine motoren, produceren volledig autonoom geluid. De interactie met zulke installaties lijkt
op die met een fysiek aanwezige muzikant: je stemt je af op hun ritmes, je reageert op hoe ze de ruimte innemen. Andere installaties functioneren eerder als instrumenten die door de bewegingen van de performers worden geactiveerd. We onderzoeken die bewegingen zowel wat betreft de klanken die ze voortbrengen als wat betreft hun visuele
en choreografische dimensie. Tot slot is er een opstelling die twee performers verbindt met een elektrisch circuit dat geluid produceert op basis van het oppervlak en de druk
van het contact tussen de lichamen. Zo krijgt hun tactiele relatie ook een auditieve dimensie. Die drie benaderingen – de installatie als protagonist, als instrument en als relatie– verruimen de choreografische mogelijkheden. Ze halen elke binaire tegenstelling tussen lichaam en object, doel en middel, klank en beeld onderuit.


TA – De Soft Cells vormen een instrument dat ontstond binnen een project getiteld Within, opgestart in 2012, met als doel te onderzoeken hoe doofheid onze beleving van
geluidsperformances kan veranderen. Soft Cells zijn stoffen vierkanten met een specifieke tactiele identiteit, die gevoelig zijn voor aanraking en druk. Afhankelijk van de intensiteit van het contact hoor je een klankband bestaande uit geluidsopnames gemaakt door mensen die doof of slechthorend zijn. De vierkanten kunnen op allerlei manieren worden geschikt, waardoor een oppervlak ontstaat waarop beweging zich op onverwachte manieren kan ontplooien. Met de Soft Cells probeer ik te peilen naar de veelheid aan muzikale en sonische vormen die kunnen ontstaan wanneer klank en beweging met elkaar in wisselwerking treden binnen een soort “synergetische lus”: een toestand waarin het niet langer duidelijk is of het geluid de beweging aanstuurt, of net omgekeerd.

 

 

  • Interview afgenomen door Béatrice Lapadat in maart 2025 voor het Festival d’Automne à Paris.
  • Vertaald door neneh noï.

 

 

Béatrice Lapadat is onderzoekster in de podiumkunsten, cultuurjournaliste, critica en pedagoge.

Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Bozar
Concept: Noé Soulier & Tarek Atoui | Dansers en artistieke medewerkers: Stephanie Amurao, Yumiko Funaya, Nangaline Gomis, Samuel Planas, Mélisande Tonolo, Gal Zusmanovitch | Assistente: Julie Charbonnier
Productie: Cndc Angers | Coproductie: Kunstenfestivaldesarts, Studio Tarek Atoui, Festival d’Automne à Paris, Centre Pompidou
Met de steun van de Stichting Ammodo en het programma Dance Reflections van Van Cleef & Arpels
Voorstellingen in Brussel met de steun van de Franse Ambassade in België en het Institut français Paris als deel van IF Incontournable

website by lvh