14.05, 15.05
Met intrigerende video's, sculpturen en complexe historische reconstructies bevraagt Wael Shawky de ambiguïteit van historische documenten en de geloofwaardigheid van geschiedschrijving. Zijn nieuwste werk, Drama 1882, was een hoogtepunt op de laatste Biënnale van Venetië.
Deze achtdelige operafilm reconstrueert de nationalistische Urabi-opstand tegen het koloniale bewind in Egypte (1879-1882). Kolonel Ahmed Urabi, die als boer opklom tot oprichter van de Egyptische Nationalistische Partij, streed voor de onafhankelijkheid en leidde de opstand. Maar wat gebeurde er precies in 1882 waardoor zijn volksbeweging instortte, Alexandrië door Britse troepen werd gebombardeerd en hij in ballingschap belandde?
Deze magische, theatrale musical – minutieus geregisseerd door Shawky – werd gefilmd in een historisch theater in Alexandrië tegen een achtergrond van opvallende, schilderachtige decors. De personages bewegen met vertraging, als gehypnotiseerd, net geesten uit het verleden. Het drama krijgt vele gezichten: het roept een gevoel van entertainment op, van catastrofe en van inherente twijfel. Een actuele en kritische bespiegeling over de zinloosheid van oorlog en de noodzaak om de geschiedenis te herzien.
"Opnieuw herinterpreteert de Egyptische artiest de geschiedenis op zijn eigen manier: episch, plechtig en fantasierijk." - Emmanuelle Jardonnet, 2024, Le Monde
"De Egyptische artiest Wael Shawky creëert een wetenschappelijk werk dat collectieve mythologieën onder de loep neemt." - Colin Lemoine, 2024, Connaissance des Arts
“De 19de eeuw is een eigenaardige eeuw: terwijl de Europese keizerrijken langzaam afbrokkelen, stichten de Fransen, Britten, Nederlanders en Belgen in heel Afrika en in grote delen van Azië kolonies. Hier vindt een bevrijdingsbeweging plaats, terwijl daar andere volkeren op brute wijze worden onderworpen”.
(Etel Adnan, Over het einde van het Ottomaanse Rijk, 2015)
Kronieken
Vrijdagochtend 9 september 1881. De jonge Egyptische kolonel Ahmed Urabi leidt zijn nationalistische commandotroepen naar het centrum van Caïro, richting het Abdeen Palace waar ze de residentie van kedive (1) Tewfik omsingelen. De spanning is al de hele zomer te snijden. De Egyptische economie is er slecht aan toe en de sterke lokale inmenging van Groot-Brittannië, dat ijvert voor de bescherming van de rechten van de schuldeisers, verhit de gemoederen. Corruptie is wijdverbreid en Egyptenaren hebben steeds meer het gevoel dat de nationale rijkdommen worden geplunderd en dat zij het onderspit delven. Urabi hijst zichzelf in het zadel, trekt zijn zwaard en eist dat de door de Britten gesteunde kedive hervormingen doorvoert. Hij wil de oprichting van een parlement, een groter leger en de afzetting van de regering van Riad Pasja: “We zijn hier om de wensen van het hele leger en de hele natie over te brengen!” De kedive bijt van zich af: “Ik heb dit koninkrijk geërfd van mijn vaders en grootvaders en jullie zijn slechts onze slaven!” Urabi repliceert, “Wij laten ons niet erven noch tot slaaf maken”. De spanning stijgt. De regering valt. Urabi zegeviert.
Nog geen twaalf maanden later bombarderen de Britten Alexandrië, met als doel de nieuwe nationalistische garde omver te werpen en de macht van de kedive en de keizerlijke macht te herstellen. Kort daarop, in het licht van deze gebeurtenissen, verschijnt een dun boekje met als titel Risãlat al-kalim al-țamãn (‘Essay over acht woorden’). De auteur, Ḥusayn al-Marṣafỉ, is hoogleraar aan Dar al-Ulum, de universiteit die een decennium eerder werd opgericht om leerkrachten voor de nieuwe regering op te leiden. Zijn publicatie weerspiegelde treffend de sfeer van het moment en vormde letterlijk een bespreking van acht woorden ‘die tegenwoordig de jongere generatie beroeren’: natie, vader- land, regering, gerechtigheid, onderdrukking, politiek, vrijheid en onderwijs. Al-Marṣafỉ kaartte een politieke crisis aan die volgens hem voortkwam uit een verkeerd gebruik en begrip van woorden. Egypte had een eigen onderwijssysteem nodig, met een eigen woordenschat en een eigen begrippenkader. Dit gedachtegoed strekte zich uit tot elk facet van de soevereine staat. Dit was waar Urabi’s troepen voor zouden vechten.
*
“‘We zijn allemaal marionetten, gemanipuleerd door onzichtbare krachten’. In zijn films [van Wael Shawky] zijn de touwtjes duidelijk zichtbaar: elke stap en iedere uitspraak wordt gecontroleerd door een hogere macht–misschien God, de historicus, of de kunstenaar. Maar de door zwaartekracht getarte marionetten hebben een eigen leven en hun bewegingen staan nooit volledig onder controle van de poppenspelers. Ze zijn tegelijker- tijd vrij en onvrij: met andere woorden, verontrustend menselijk.”
(Sameer Rahim, over de trilogie Cabaret Crusades, apollo-magazine.com)
De in Alexandrië geboren kunstenaar Wael Shawky laat al meer dan drie decennia lang de grenzen tussen film, performance, beeldhouwkunst en installatie vervagen. Zijn werk focust op de hiaten in de vaak wijdverspreide historische documenten over de cultuur en geschiedenis van de Arabische wereld. Voor zijn gelaagde films en installaties maakt hij gebruik van complexe handgemaakte decors en histori- sche kostuums, maar ook van poppen en marionetten, en doet hij een beroep op zowel geschoolde als ongeschoolde acteurs, waaronder ook kinderen. Met sculpturen en tekeningen, en zich baserend op nauwkeurig historisch onderzoek, dompelt hij ons onder in zelfgecreëerde werelden. Hij vermengt waarheid en fictie en vertrekt vanuit het idee dat de geschiedenis eerder een verslag is van subjectief weergegeven gebeurtenissen dan van onbetwistbare feiten. Door historische ontwikkelingen uitgebreid te reconstrueren, bevraagt Shawky de dubbelzinnigheden en de autoriteit van geschreven geschiedenis.
- Yasmine El Rashidi
Projectieve verbeelding
Om Shawky’s werk beter te begrijpen, komt de analyse van Giuliana Bruno in The Atlas of Emotions goed van pas: “Een architecturale beeldtaal is een actief visueel depot: het is een archief waarin kunst kan worden blootgelegd, en telkens opnieuw worden voorgesteld en gerepresenteerd. In deze stedelijke archieven kan de ruimte altijd opnieuw worden verbeeld. Archeologie betekent niet dat we simpelweg terugkeren naar het verleden, maar zorgt ervoor dat we –in een actieve retrospectieve beweging– in andere richtingen en vooral naar de toekomst te kijken.”
Archieven beperken zich echter niet tot wat er werkelijk is gebeurd, maar zijn het resultaat van verschillen- de processen van beeldcreatie, waarbij kijken en reizen inherent met elkaar zijn verbonden. In een suggestieve montage van woorden, liederen en beelden dompelt de kunstenaar de kijker onder in de positie van toeschouwer, die ook reiziger is.
Shawky behoort tot een bijzondere groep kunstenaars die door middel van film een sfeer weten te creëren. Wat wordt er door die sferen mogelijk gemaakt? Hoe creëren ze een visuele omgeving? De kunstenaar vindt de projectieve verbeelding opnieuw uit volgens het atmosferisch denken en gaat hierbij de confrontatie aan met hoe de begrippen projectie en atmosfeer voorkomen in andere domeinen, zoals in de natuur- en humane wetenschappen, filosofie, geschiedenis, enz. Hij ontwikkelde een unieke artistieke schrijfstijl waarmee hij zich vrij kan bewegen tussen fictie, documentaires en historische gebeurtenissen.
Shawky is een pionier. Hij begeeft zich op het bredere terrein van de filminstallatie en creëert een nieuwe film- taal die de ruimtelijkheid van de cinematografische vorm uitbreidt. Deze manier van werken stelt hem in staat om te navigeren tussen verschillende media en een totaalwerk te scheppen: de decors, het scenario, de regie, de muziek. Het scherm, ofwel in theatrale vorm of via installaties, is voor hem een poreus materiaal dat de intense ervaring van een filmvoorstelling ondersteunt. Het is een plaats van overgang, van passage, waar iedereen toegang krijgt tot het intieme karakter, maar ook tot het leven van de ander dat zich voor onze ogen afspeelt. Op subtiele wijze laat hij landschappen bestaande uit beelden van plaatsen meanderen: Alexandrië, Istanbul, het Suezkanaal. Soms schetsen deze landschappen het portret van de stad. Lang vastgehouden shots, zoals de langzame bewegingen van acteurs, creëren een effect van vertraging en laten de locatie voor zich spreken. Op deze manier krijgen we toegang tot de interne logica van beweging en verandering, waarbij de strakke regie ervoor zorgt dat we aandachtig blijven kijken. We leven mee met de scènes die zich voor ons afspelen en dwalen niet af. Zo wordt de scène die zich ‘daar’ afspeelt een actief ‘hier’. Een verhaal dat ons niet langer vreemd is, omdat de keten van de mensheid ons met elkaar verbindt.
- Sebastian Delot
- Teksten vertaald door Stephanie Lemmens
(1) Titel gelijkwaardig aan die van onderkoning, verleend door sultan Abdülaziz aan de Pasja van Egypte Ismail (1867), die soevereine voorrechten omvat. Deze titel werd tot 1914 gedragen door Ismails nakomelingen. (Bron: larousse.fr)
14.05
- 19:00
- 20:30
- nieuwe datum
- 22:00
15.05
- 19:00
- 20:30
- nieuwe datum
- 22:00
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Albert Hall Brussels
Regisseur, artistiek leider, kostuumontwerper, muziekcompositie: Wael Shawky | Scenario: Wael Shawky, Islam Salama | Director of photography: Mina Nabil | Montage: Mark Lotfy | Geluid: Michael Fawzy | Sculptuurteam: Kain Walgrave, Giorgio Benotto | Installatieteam: Ibrahim Salama, Daniele Rancilio, Federico Elia, John Mirabel, Ikra Costruzioni | Audiovisuele en lichtinstallatie: Eidotech | Choreografie: Mirette Mechail | Uitvoerend theaterproducent: Ahmed Shawky | Uitvoerend filmproducent: Abanoub Nabil | Regieassistent theater: Mohamed Farouq Rocky | Muzikaal arrangement: Mohammed Hosny | Vocaal supervisor: Mohammed Khaled | Opnames songs, mixen en geluidsdesign: Michael Fawzy | Kostuumsupervisor: Nahla Morsy | Scenografisch supervisor: Osama Gaber | Historisch schrijven en proeflezen: Islam Salama | Projectmanager: Giorgia Rea | Uitvoerend manager: Antonio Zanon | Persbureau: Evergreen Arts | Grafisch ontwerper: Mona Zanana | Productie implementatie: Ahmed Sayed | Fondsenwerving: Mai Eldib
Productie: Mass Alexandria | Uitvoerend theaterproducent: Osama Al-Hawary | Film- en theaterproducent: Mark Lotfy | Productiegezelschappen: Wael Shawky, Mass Alexandria, Sfeir-Semler Gallery, Lisson Gallery, Lia Rumma Gallery, Barakat Contemporary
Het glaswerk werd mogelijk gemaakt dankzij de hulp van Adriano Berengo, Berengo Studio | Met dank aan de teams van de galerijen: Ana Siler, Lina Kiryakos (Sfeir-Semler Gallery), Giulia Tassinari, Maud Greppi (Lia Rumma Gallery), Claus Robenhagen, Victoria Mitchell (Lisson Gallery), Yunu Lee (Barakat Gallery) | Met bijzondere dank aan: Annamaria Alois, San Leucio (Velvet Fabrics), Fonderia Nolana (copper plate), de Ambassadeur van Italië in Egypte Michele Quaroni en zijn vrouw Veronika, Marwan Elshazly en Panmarine Logistics, Dr. Waleed Kanoush (Hoofd van de Schone Kunsten sector, Ministerie van Cultuur van Egypte), Ahmed Kamal Eldin (Algemeen Directeur van Nationale en Internationale Tentoonstellingen, Ministerie van Cultuur van Egypte)




