16 — 18.05
De nacht wil collectief gevierd worden als een ruimte voor plezier en verrukking, maar kan ook bedreigend en verwarrend zijn. Wat brengt het nachtelijke uur precies waardoor dagelijkse plichten en regels tijdelijk worden opgeschort? Choreografe Mette Ingvartsen, voor het eerst te gast op het festival, zet na The Dancing Public haar onderzoek naar historische dansmanieën verder.
In deze nieuwe creatie geven negen performers zich over aan een extatische nacht vol dans en muziek, geïnspireerd door de anonieme vrijheid van gemaskerde bals, bevreemdende carnavals en ontspoorde feesten. Hun lichamen worden overmand door uitbraken van onstuitbare dansen en ondergedompeld in een oceaan van oncontroleerbare sensaties. Nu eens vechten ze tegen de sterke stroming, dan weer geven ze zich over aan de woeste golven. Hoe beïnvloeden overdaad en gebrek aan controle het handelen van de menigte?
Ingvartsen benadert lichamelijke uitspattingen als een reactie op stress, uitputting en emotionele belasting verbonden met een hedendaags verlangen naar transgressie en transcendentie. Op de livemuziek van Will Guthrie laveren de dansers moeiteloos tussen hedonisme en exorcisme, tussen vreugde en verdriet, in een bedwelmende roes van verbondenheid. Een intense ode aan de vrijheid die de nacht brengt.
"Wanneer Mette Ingvartsen ergens in duikt, dan wil ze er alles over weten en begrijpen." - Mia Vaerman, 2023, the low countries
"Mette Ingvartsens energie werkt aanstekelijk. Haar choreografie varieert van koortsachtig tot meer berekend, ontmantelt sexiness en schenkt haar lichaam uiteindelijk pure vrijheid." - Butterwort (over The Dancing Public), 2022, Butterwort
Onophoudelijk dansen in tijden van crisis
Kun je vertellen hoe Delirious Night is ontstaan? Wat waren de drijvende krachten achter dit nieuwe onderzoek?
In Delirious Night onderzoeken we de nacht als een ruimte waar regels worden opgeheven en waar emoties, die in het dagelijks leven vaak worden onderdrukt, tot uiting kunnen komen. De choreografie is gebaseerd op het idee dat gevoelens en emoties niet alleen van onszelf zijn, maar ons ook collectief vormen. Iets aanstekelijks dat niet alleen een persoonlijk, maar ook een maatschappelijk en politiek effect heeft.
Het stuk is geïnspireerd op verhalen en fysieke condities gelinkt aan historische dansepidemieën, episodes in de Europese geschiedenis waarbij lichamen op onverklaarbare, buitensporige en vaak oncontroleerbare manieren in de publieke ruimte begonnen te dansen. Extreem leed, zoals overstromingen, hongersnood, de pest en politieke onrust, zouden onder meer aan de basis liggen van deze Middeleeuwse uitbraken van dans. Hoewel de verklaringen ervoor uiteenlopen en onzeker zijn, wil ik onderzoeken hoe deze episodes van onstuitbare dans tonen op welke manier lichamen een crisis absorbeerden en er emotioneel mee omgingen. Een onderwerp dat ik vandaag de dag griezelig relevant vind.
We leven in een wereld die steeds onrustiger wordt, met milieurampen, sociale onrechtvaardigheid en politieke onrust. Voor mij voelt het alsof ons lichaam steeds meer wordt aangetast en niet in staat is weerstand te bieden aan de toenemende druk van deze omstandigheden. In die context ben ik geïnteresseerd in hoe dansen een remedie zou kunnen zijn –een soort tegengif tegen de uitdagingen van onze tijd– of een manier om onszelf uit de emotionele ellende te dansen.
Je hebt voor dit stuk een nieuw team van dansers bij elkaar gebracht. Hoe heb je hen betrokken bij je onderzoek?
In eerste instantie wilde ik negen historische dansmanieën met hen delen, en de choreografie rond negen verschillende scènes structureren. We baseerden ons op de Kolbeckdans uit 1021, een fabel die vertelt hoe mensen zichzelf zouden hebben dood gedanst nadat ze waren vervloekt door de kerk. Dit verhaal vertegenwoordigt ook het verzet tegen de kerk, de dominante institutionele macht van die tijd, waardoor het een interessante casus is om vandaag te bestuderen, nu vormen van staatsbestuur en economische macht diffuser en minder tastbaar zijn.
Een andere referentie waren Les bals des folles in La Salpêtrière, in het Parijs van de jaren 1880. Hoewel Dr. Charcot deze bals niet heeft uitgevonden, werden ze wel door zijn toedoen populair. Tijdens deze bijeenkomsten werd de Parijse bourgeoisie uitgenodigd om te socialiseren met hysterische patiënten, vaak vrouwen die in een instelling waren opgenomen vanwege te expressief, te erotisch of non-conformistisch. De activiteiten van Charcot interesseerden me omdat hij in een van zijn publicaties de hysterische aanvallen van zijn patiënten expliciet in verband bracht met de dansmanieën uit de Middeleeuwen. Het performatieve aspect van zijn benadering vond ik zowel alarmerend als fascinerend.
Voor Delirious Night baseerden we ons eveneens op de dansen van mensen met stuiptrekkingen van het Saint-Médard kerkhof in Parijs, waar men geloofde dat dans tot miraculeuze genezingen kon leiden. Ook de Italiaanse Tarantella kwam aan bod, als een voorbeeld van een dansmanie die de effecten van een giftige spinnenbeet zou kunnen genezen. De persoon met de beet danste terwijl de rest van de gemeenschap het genezingsproces ondersteunde door muziek te maken – individu en collectief werden tegelijkertijd geheeld. Dit idee van dans als een sociale helende kracht was voor mij cruciaal in dit stuk.
Je hebt percussionist Will Guthrie, met wie je al eerder samenwerkte, uitgenodigd om mee te werken aan de voorstelling. Hoe heeft de muziek het stuk beïnvloed?
Samen met Will vertrokken we voor het geluidsonderzoek van vier fundamentele activiteiten: drummen, dansen, klappen en zingen – activiteiten die we uit de beschrijvingen van vroegere dansmanieën haalden. De muziek van Will verkent extatische toestanden en ritmische structuren die verschillende energetische reacties oproepen bij de dansers. We werkten aan de unstoppable dans, waarbij zijn live drummen wordt gecombineerd met elektronische muziek, wat resulteert in een niet-aflatend momentum. Wanneer de dansers op het podium moe worden van deze onstuitbare dans, nemen hun stemmen het over. We probeerden een vocale polyfonie te creëren die vergelijkbaar zou kunnen zijn met de sonoriteit van een protest, dat verzet en misschien ook wanhoop uitdrukt. We werkten aan dit idee van polyfonie door tot vijf verschillende zangsporen tegelijkertijd te ontwikkelen, om een soort chaotische maar gestructureer- de geluidservaring te creëren.
Je werkt opnieuw samen met lichtontwerpster Minna Tiikkainen. Hoe kwamen jij en Minna op het idee voor de scenografie van Delirious Night?
Minna en ik werden geïnspireerd door hoe theater in de Middeleeuwen werd gespeeld op wagens die van het ene dorpsplein naar het andere werden gereden. Dit idee van een reizend podium, een soort pop-uptheater, vormde de basis voor de stellingen die we gebruikten, constructies die gemakkelijk gemonteerd, gedemonteerd en verplaatst kunnen worden. Deze materialen roepen ook tijdelijke ruimtes op die gebruikt worden voor moderne events, zoals raves in bossen of open velden. Een ander centraal element op het podium is de meiboom, een traditioneel middelpunt voor dansen binnen een gemeenschap. In plaats van de traditionele linten van de meiboom die aanzetten tot het creëren van complexe dansen, gebruiken we lichtlijnen die naar buiten stralen. Dit versterkt het idee van een ruimte die mensen samenbrengt, een soort dak waaronder we samenkomen om te dansen. Minna legt momenteel de laatste hand aan het lichtontwerp en gebruikt kleuren, sferen en intensiteit om de ervaring van een ritueel of een collectieve bijeenkomst te versterken.
Hoe gebruik je maskers in het stuk?
Ik werkte samen met Jenny Defays, die een groot deel van de maskers helemaal zelf heeft vervaardigd, maar ook bestaande maskers heeft aangepast. Voor mij hebben maskers verschillende betekenissen in de huidige maatschappij. Aan de ene kant zijn ze gerelateerd aan anonimiteit en vormen ze een manier om aan controle te ontsnappen en ongezien te bewegen in een wereld van constante gezichtsherkenning. Aan de andere kant zijn ze sterk aanwezig in de stedelijke cultuur en worden ze
gebruikt door muzikanten en artiesten om de aandacht af te leiden van hun individuele identiteit. Ook tijdens protesten verbergen mensen hun gezicht om zichzelf en hun anonimiteit te beschermen. In Delirious Night gebruik ik maskers eveneens om hyperindividualisme te mijden, verbonden met het hedendaagse kapitalisme en de druk van persoonlijke zelfexposure op sociale media. Door het gezicht te bedekken, stellen maskers ons als performers in staat om onze persoonlijke identiteit los te laten en deel te worden van iets groters, waardoor het collectief het wint van het individu. Mijn werk gaat vaak over hoe we anders kunnen denken over collectiviteit, en in dit stuk streef ik specifiek naar een polyfone vorm van collectiviteit, waar ruimte is voor meerdere stemmen en dissonantie.
Daarnaast voelt het dragen van een masker ook bevrijdend, opent het de deur naar experiment en laat het ons toe te spelen met duizelingwekkende, extatische en hopelijk aanstekelijke toestanden.
- Interview afgenomen door Wilson Le Personnic, 15 maart 2025.
- Vertaald door Stephanie Lemmens.
Wilson Le Personnic is freelance schrijver. Hij schrijft voor kranten en theaters en richtte in 2014 de website maculture.fr op, die hij tot 2024 beheerde.
16.05
- 20:00
17.05
- 20:00
- + aftertalk gemodereerd door Bojana Cvejic (EN)
- Laatste tickets
18.05
- 17:00
- Laatste tickets
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Kaaitheater, Cultuurcentrum De Factorij
Concept en choreografie: Mette Ingvartsen | Performers: Dolores Hulan, Júlia Rúbies Subirós, Fouad Nafili, Jayson Batut, Mariana Miranda, Olivier Muller, Zoé Lakhnati, Thomas Bîrzan, Elisha Mercelina | Live muziek en compositie: Will Guthrie | Lichtonwerp: Minna Tiikkainen | Dramaturgie: Bojana Cvejić | Kostuums: Jennifer Defays | Tekst en lyrics: Mette Ingvartsen, GRLwood, Sari en Romy Lightman | Technische leiding: Hans Meijer | Geluidstechniek: Milan Van Doren | Lichttechniek: Bennert Vancottem | Technici op tournee: Jan-Simon De Lille, Filip Vilhemsson | Productieverantwoordelijke: Oihana Azpillaga Camio | Administratie: Joey Ng | Communicatie: Jeroen Goffings | Management: Ruth Collier
Productie: Great Investment | Coproductie: Kunstenfestivaldesarts, Kaaitheater, Kunstencentrum VIERNULVIER, Charleroi danse, Le Lieu Unique, Cndc Angers, PACT Zollverein, Theater Rotterdam, La Comédie de Clermont-Ferrand, Théâtre National de Bretagne, Le Quartz, Festival Madrid en Danza, Perpodium, Festival d’Avignon
Residenties: Charleroi danse, Rosas, Le Lieu Unique, P.A.R.T.S.
Met de steun van de Stichting Ammodo en de Fondation d’entreprise Hermès
Great Investment wordt ondersteund door de Vlaamse Overheid, de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), de Tax Shelter van de Belgische Federale Overheid en de Deense Kunstraad


