25 — 29.05.2025
Ann Veronica Janssens Brussel
50 km of atmosphere to give a deep blue
beeldende kunst / performance — premiere
Van mistsculpturen en wisselende kleurenspectra tot het subtiele spel van licht op reflecterende oppervlakken, Ann Veronica Janssens verkent de veranderlijkheid van materie en zoekt de grenzen van beeldhouwkunst op. Haar kunstwerken bestaan zowel in hun fysieke vorm als in de waarneming van de toeschouwer. Ze transformeren terwijl we bewegen en nodigen uit tot interactie waardoor een dynamische dialoog met onze zintuigen ontstaat.
Na expo’s in ‘s werelds meest prestigieuze musea presenteert Janssens haar allereerste performatieve project op het festival. In de barokke Brigittinenkapel lijkt de atmosfeer te veranderen van kleur, textuur en samenstelling. Of is het onze waarneming die verschuift? Terwijl we toekijken, citeert een persoon nauwgezet de installatie-instructies voor enkele van Janssens’ werken, met details over de technische eigenschappen en mogelijke uitkomsten. Deze polyfone beschrijvingen brengen de werken tot leven in onze geest. Handleidingen voor installatie worden handleidingen voor verbeelding.
De meeslepende, experimentele, bijna theatrale performance werkt als een zintuiglijke installatie waarbij Janssens’ sculpturen onze geest binnendringen. Een intrigerende dialoog tussen werkelijkheid en verbeelding, een project om naar uit te kijken.
Interview met Ann Veronica Janssens
Yann Chateigné – Je legt momenteel de laatste hand aan 50 km of atmosphere to give a deep blue. Ik heb de indruk dat het idee om iets performatiefs te doen voor Kunstenfestivaldesarts al jaren in de lucht hing.
Ann Veronica Janssens – Inderdaad, Kunstenfestivaldesarts had me jaren geleden al gevraagd om eens na te denken over een project, maar ik wist toen niet goed wat ik daarop moest antwoorden. Alsof het idee om een voorstelling te maken me beangstigde. Ik had ook tijd nodig. Ik moest me er klaar voor voelen. Toen Daniel Blanga Gubbay en Dries Douibi [huidige artistieke co-directeurs van het festival, nvdr] me benaderden, praatten we over hoe beweging een integraal onderdeel is van mijn werk, en dat overtuigde me. Welke uitnodiging ik ook krijg, het is voor mij essentieel dat ze geworteld is in de eigenheid van mijn praktijk. Wat bijzonder was, is dat Daniel en Dries vanaf het begin wilden dat mijn project de confrontatie zou aangaan met de theaterzaal, inclusief tribune en podium.
Je hebt nochtans al eerder voor het theater gewerkt, onder andere met Anne Teresa De Keersmaeker en Pierre Droulers.
Dat klopt, maar ik had toen moeite met de afstand, omdat mijn experimenten niet optimaal ervaren konden worden. Ze werden eerder iets om naar te kijken dan om te ervaren. In 2000, tijdens een festival in Tours, hebben we een belangrijke test gedaan. Het project had twee luiken, getiteld MA en MA-I. In dat kader creëerde ik, samen met scenograaf Jim Clayburgh, mijn eerste gekleurde kunstmatige mist. Bezoekers kwamen via de coulissen binnen en bevonden zich plots op het podium. Je kon niets zien. Je voelde de vertraging, de beweging in een oneindige ruimte met de kleuren van een verticaal neergeslagen zonsondergang. Werken met een frontale opstelling voor Kunstenfestivaldesarts is een grote uitdaging. Op een gegeven moment dacht ik eraan om werk te tonen dat het publiek op het podium zou kunnen ervaren. Uiteindelijk heb ik dat idee laten varen en gekozen voor een project dat uitsluitend gebruikmaakt van stem en geluid als dragers.
Wat voor ervaring biedt het stuk?
Het bestaat uit het voorlezen van mijn installatiehandleidingen. Sinds het begin van mijn carrière maakt het opstellen van specifieke technische protocollen deel uit van mijn werk. Parallel aan mijn creaties produceerde ik deze handleidingen, die nu een soort uitgebreide catalogus vormen. In de voorstelling worden de handleidingen op scène voorgelezen, afgewisseld met commentaren die zogezegd ‘onder’ de beschreven werken zitten. Deze commentaren zijn geschreven door verschillende personen, critici, kunsthistorici, enz. Er is ook een tekst van Philippe Bertels die in de opeenvolging van lezingen doorsijpelt. Het is een fictietekst, een schrijven dat nauw aansluit bij mijn werk. Ik hou ervan dat er twijfel ontstaat, dat je niet precies weet wat je hoort, waarna je wordt meegenomen in iets dromerigs, bijna fantastisch. Ik wilde deze tekst, die oorspronkelijk werd geschreven voor de catalogus van mijn tentoonstelling Grand Bal in Pirelli HangarBicocca in Milaan in 2023, een andere materialiteit geven. De elementen die me bezighouden, zitten erin vervat: tijd, licht. Ik wilde de tekst uit zijn voegen laten barsten via een stem, in de ruimte. Je gaat je de werken voorstellen zonder ze te zien. Het festival brengt een zeer divers publiek bijeen, en ik hou van het idee dat al deze mensen, elke avond, in het donker, zich de werken zullen verbeelden en zich in evenveel verschillende en unieke realiteiten zullen verplaatsen.
Er zijn dus geen beelden, geen objecten. Enkel tekst, lichamen, geluid. Interessant, de enscenering die je beschrijft lijkt te balanceren tussen een werksessie en een bijna intiem moment van onthulling, tussen iets zeer technisch en een uitnodiging om te dromen…
Er valt niets te zien. De dramaturgie rust volledig op de stemmen. Ik lees de handleidingen voor, en Léone [François Janssens, nvdr] leest de commentaren en de tekst van Philippe. Léone is bovendien zwanger. Er ontstaat als het ware dus een andere creatie terwijl het stuk wordt opgevoerd. Het is ook een verhaal van mondelinge overdracht. Léone is mijn dochter, en tevens een trouwe werkpartner met wie ik voortdurend ideeën uitwissel. Ze is actrice. Ze heeft podiumervaring. Ik heb me nooit op mijn gemak gevoeld om in het publiek over mijn werk te spreken. Ik had nooit gedacht dat ik ooit op een podium zou staan. Maar tegelijkertijd ken ik mijn werk zo goed dat het logisch was dat ik de tekst zelf zou voorlezen. Er was ook de taalkwestie: we hebben gekozen voor een systeem van ondertiteling en projectie dat de stemmen begeleidt. Die projectie is op zich ook een bron van licht en krijgt een zeker gewicht binnen de eenvoud van de enscenering. De locatie is eveneens van belang. Ik heb gekozen voor de Brigittinenkapel, een zeer interessante plek met een bijzondere akoestiek.
De voorstelling is op zich ook een kunstwerk, dat aansluit bij de poëtische, atmosferische dimensie van het werk van historische conceptuele kunstenaars zoals Lawrence Weiner, Robert Barry of Susan Hiller. In hun praktijk, net als in de jouwe, ontstaat het werk in de geest van de toeschouwer.
Ja, en des te meer omdat mijn werk gebaseerd is op immateriële elementen, pogingen om het ongrijpbare te vatten. Mijn handleidingen kunnen inderdaad als poëzie worden beschouwd, maar ze hebben ook een zeer objectieve dimensie. Er is geen context. Er is nergens een ‘ik’ te bespeuren. Er zijn enkel de bijschriften van de werken, de materialen, de handelingen. Het zijn technische handleidingen, heel methodisch. Ik merkte dat mensen die mijn werk tentoonstellen de handleidingen vaak niet lezen, dus heb ik ze verfijnd: er staan nu waarschuwingen in, zaken in het rood. Bij elke opstelling verbeter ik ze, en zo evolueren zowel de werken als de handleidingen. Ik voeg observaties toe. Maar voor de scène waren dat te veel details, je zou je kunnen verliezen. Dus heb ik ze vereenvoudigd.
De titel die je hebt gekozen is erg suggestief. Het werkt bijna als een instructie: kijk omhoog en stel je de afstand voor die ons scheidt van de buitenaardse ruimte.
‘50 km of atmosphere to give a deep blue’ is een zin die ik heb geleend van Alexandre Wajnberg. Alexandre is wetenschapsjournalist, auteur en muzikant. Onlangs is zijn boek 8 minutes 19 secondes heruitgegeven, een lang gedicht over het heelal dat hij in 2002 publiceerde. Acht minuten en negentien seconden is de tijd die het licht nodig heeft om van het oppervlak van de zon naar ons oog op aarde te reizen. Het was ook de titel van een project dat ik eerder heb gerealiseerd. Aangezien hij die titel voor zijn boek had gebruikt, vroeg ik hem of hij het goed vond dat ik een fragment uit zijn tekst zou gebruiken. Voor mij is 50 km of atmosphere to give a deep blue een manier om de realiteit te beschrijven. Ik wil voelbaar maken hoe dichtbij dat eigenlijk is. Vijftig kilometer is de afstand tussen Brussel en Gent. Het helpt om iets te begrijpen, te objectiveren, iets wat we vaak terzijde schuiven. Iets wat niet waarneembaar is: 50 km atmosfeer om een diepblauw te creëren.
- Interview afgenomen door Yann Chateigné in april 2025.
- Vertaald door neneh noï.
- Yann Chateigné is curator en scrijver.
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Les Brigittines
Bedacht en ontwikkeld door: Ann Veronica Janssens | Performster: Léone François | Artistiek medewerkster en extern oog: Emilie Lecouturier | Assistente dramaturgie: Marie Henry | Geluid: Maxime Bodson | Tekst Bulb: Philippe Bertels | Citaten: Mieke Bal, Ernst Van Alphen, Anders Kold, Maud Hagelstein, Mathieu Poirier, Tristan Ledoux, Michel François, Chris Dercon, Pascal Rousseau | Technische medewerking: Stephane de Ridder (Liveline) | Productie: Emilie Lecouturier, Helena Vieira Gomes (Studio Ann Veronica Janssens)
In opdracht van en geproduceerd door: Kunstenfestivaldesarts | Residentie: Les Brigittines
Met dank aan Studio Ann Veronica Janssens, Les Brigittines, Michel François, Sam Bodson, Micheline Szwajcer, Alexandre Wajnberg, Annabelle Gugnon
50 km of atmosphere to give a deep blue is het project dat in 2025 wordt ondersteund door de Friends van Kunstenfestivaldesarts
