08 — 15.05.2011
Walid Raad Beirut / New York
Scratching on Things I Could Disavow: A History of Art in the Arab World
performance / tentoonstelling
Engels, Frans | ⧖ 50min | Performance in French by Carlos Chahine: 15/05 – 17:00 + 8, 9, 11, 13, 15/05 – 19:00 + 10, 12, 15/05 – 21:00 | Performance in English by Walid Raad: 8, 13, 14/05 – 17:00 + 10, 12, 14/05 – 19:00 + 9, 11, 13, 14/05 – 21:00
Walid Raad maakte naam als stichter van de Atlas Group, een fictief collectief dat sporen van de Libanese burgeroorlogen archiveert. Zijn werk vertrekt vanuit een reflectie over manieren om een land in oorlog voor te stellen. Zijn recentste project, een politieke en esthetische fabel die de vorm aanneemt van een expo-performance, peilt naar de plaats en betekenis van artistieke creatie in de Arabische wereld. In een grote ruimte, tussen ‘white cube’ en ‘black box’ in, gidst de artiest – of zijn dubbelganger – de toeschouwers door een expo. In zijn verhalen is sprake van een pensioenfonds voor artiesten, heeft hij het over megalomane museumprojecten in de Golf en verzint hij een fabel over kleuren die tijdens de conflicten in Beiroet ‘verdwenen’. Scratching on Things I Could Disavow is een labyrint van verhalen dat esthetiek, economie en politiek met elkaar verweeft. Maar waar fictie geen soelaas meer biedt, onttrekken de kunstwerken zich helemaal aan deze wereld. Raad levert een onnoemelijk poëtisch manifest af dat gaat van verzet tot het uitgommen van herinneringen, vormen, vrijheden en gedachten.
Gesprek met Walid Raad
U hebt het archievenproject van de Atlas Group in 2005 afgesloten. Kunt u ons vertellen over uw huidig onderzoek en de verbanden met uw vorige projecten?
Ik blijf aan de Atlas Group werken, ook al is het project in 2004 officieel beëindigd. Ik beschouw de Atlas Group niet enkel als een project maar ook als een particuliere manier van denken en een methode om documenten over de oorlogen in Libanon op te stellen. Als ik een werk maak en vind dat de logica ervan die van de Atlas Group toelicht en aanvult, antidateer ik het tussen 1989 en 2004. Twee werken die ik dit jaar heb vervolledigd en die tot de Atlas Group behoren, hebben als datum 1989 en 1995. Ik werk ook verder aan mijn langetermijnproject Sweet Talk: Beirut Commissions, waar ik in 1987 mee begon en dat bestaat uit een serie van fotografische zelftoe-eigeningen in Beiroet. En mijn laatste project, Scratching on Things I Could Disavow, is verbonden met de kunstgeschiedenis van de Arabische wereld en Libanon, met de versnelde ontwikkeling van nieuwe structuren voor visuele kunst in Abu Dhabi, Qatar en elders in de Golf, met technologische innovaties op het gebied van statistieken, met de extractie van gegevens en financiën uit databanken van en over kunst en artistieke stichtingen. Dat leidt naar de ontwikkeling tijdens de laatste twintig jaar van de high-techsector in Israël en impliceert de boeken en concepten van Jalal Toufic. In Parijs zal het project de vorm van een tentoonstelling/performance aannemen. De meeste werken die ik voor deze tentoonstelling/performance heb gecreëerd, zijn scenische ruimtes, driedimensionale werken en hologrammen.
De archieven van de Atlas Group en hun ‘hysterische documenten’ verwezen naar het ‘traumatische wit’, naar de onmogelijkheid tot lokalisering van het geweld dat opduikt na de ramp. Het was een manier van registreren van de directe en collaterale schade van de oorlog. Voorbij de onmiddellijke materiële en menselijke gevolgen: angst, psychische afwijkingen, de interne ontmanteling van de maatschappelijke structuren.
De taal van het ‘trauma’ en bepaalde psychoanalytische concepten rond de ervaring van geweld stonden en staan centraal in de Atlas Group. Nu ben ik ook geïnteresseerd in andere benaderingswijzen van geweld en de uiteenlopende gevolgen ervan. Mijn interesse voor die andere benaderingen hangt onder andere samen met bepaalde ontmoetingen met ruimtes, economieën, concepten en personen. De werken van Jalal Toufic zijn daarbij cruciaal. Verschillende ongewone ervaringen die ik had met mijn werk met de Atlas Group in Beiroet hebben me aangezet tot het verkennen van andere denkwijzen over de manier waarop het geweld de lichamen, geesten, steden en tijd aantast. In 2005 bijvoorbeeld, vroeg Andrée Sfeir, die een galerie heeft in Hamburg en Beiroet, me de archieven van de Atlas Group tentoon te stellen in haar nieuwe ‘white cube’ in Karantina (Beiroet). Dat heb ik destijds geweigerd omdat ik intuïtief aanvoelde dat ik op dat moment geen toegang meer had tot de Atlas Group en zodoende het werk niet kon tonen.
Kan u die idee verder toelichten?
Ik had de indruk dat de foto’s, videocassettes, teksten en sculpturen die samen het Atlas Group Archive vormen, op een eigenaardige manier waren aangetast. Ik voelde dat als de werken in de galerie zouden getoond worden, ze voor mij en misschien voor de anderen plots op 1/100ste van hun originele schaal zouden terugvallen. Ik was ervan overtuigd dat de werken zouden krimpen bij het tentoonstellen in Beiroet. Of eerder (en ik weet dat dit tegenstrijdig lijkt met wat ik net heb gezegd) dat ik, om mijn werken op de juiste schaal te kunnen tonen, ze eerst tot 1/100ste van hun originele schaal zou moeten terugbrengen. Ook al was de betekenis hiervan niet duidelijk voor mij, toch was het gevoel sterk genoeg om de tentoonstelling in 2005 in Libanon te weigeren. Het werk dat uit deze ervaring is voortgekomen, wordt komende november in Parijs geëxposeerd. Het heet The Atlas Group (1989-2004) en toont het werk van de Atlas Group op 1/100ste van de originele schaal in een aan hun nieuwe dimensie aangepaste ruimte (een miniatuurmaquette van een galerie of museum). De ruimte zelf, het schaalmodel, is een combinatie van plaatsen waar ik het Atlas Group Archive in het verleden heb getoond: Hamburger Bahnhof in Berlijn, galerie Sfeir Semler in Beiroet en Culturgest in Lissabon.
Uw project Scratching on Things I Could Disavow : A History of Art in the Arab World bevat architecturale interieurzichten van lege musea voor moderne kunst als driedimensionale hologrammen. U toont ook lijsten met namen van kunstenaars die in Libanon hebben geleefd op het einde van de negentiende en tijdens de twintigste eeuw. Wilt u daarmee een vergeten moderne Libanese traditie oproepen of laten herleven? Beschouwt u deze kunstenaars als uw voorgangers?
Het werk waar u naar verwijst, bestaat uit een lijst met namen van ‘kunstenaars’ die in de negentiende en twintigste eeuw in Libanon gewoond en gewerkt hebben. De namen zijn opgebouwd uit drie lagen witte vinylverf op een witte muur, de ene naam naast de andere geplaatst. De lijst is noch alfabetisch, noch chronologisch. Ze begint en eindigt met het woord ‘en’. In dit werk bevestig ik dat de kunstenaars van de toekomst me deze namen via telepathie hebben meegedeeld. En door de ‘ruis’ waarmee mijn telepathische receptie gepaard gaat, maak ik de lijst publiek in de hoop dat elke (orthografische of andere) storing geïdentificeerd kan worden. En inderdaad, het blijkt dat ik bepaalde namen met een foutieve schrijfwijze heb ontvangen. Ik laat het aan anderen over om me zulke fouten te melden. Die melding kan verschillende vormen aannemen. Zoals in juli 2008, toen een zogenaamde kunstcriticus de fout gespelde naam van een schilder met een rood potlood op mijn witte muur had verbeterd. Ik beschouw dat soort correcties als een aanzet om meer te weten te komen over de kunstenaar wiens naam vervormd tot mij is gekomen. In het begin was ik ervan overtuigd dat de kunstenaars van de toekomst de taak op zich genomen hadden om me te herinneren aan mijn voorgangers en hun werken. Maar het blijkt dat ze, door me telepathisch die vervormde namen door te geven, heel andere bedoelingen hebben. De artiesten van de toekomst willen eerder bepaalde lijnen, kleuren, contouren of vormen opwekken in plaats van het in stand houden van werken van bepaalde schilders, beeldhouwers, fotografen en cineasten die in Libanon gewerkt en gewoond hebben in de negentiende en twintigste eeuw.
Waarom is het urgenter om plannen, lijnen en kleuren (zoals u ze als uittreksels uit boeken, affiches of universitaire thesissen over de kunstgeschiedenis in Libanon toont) te laten herleven, eerder dan de kunstenaarsnamen en hun werken?
Ik moet voorzichtig zijn, want ik ben niet helemaal zeker of ik in dit werk over de namen een heropleving wil van lijnen, kleuren, contouren en vormen, ofwel een opstanding, een reanimatie van deze elementen; of dat ik ze simpelweg voor het eerst bereikbaar maak. Maar mijn algemene intuïtie is dat bepaalde kleuren, lijnen, contouren en vormen op een immateriële manier aangetast zijn. Het is niet zo dat ze ontoegankelijk zijn voor de artistieke creatie, het is dat ze toegankelijk zijn onder een gewijzigde, gecamoufleerde vorm en/of verborgen zijn. Vanuit die optiek, heb ik getracht om aandachtig te zijn voor het stijgende aantal catalogi, monografieën, thesissen en tentoonstellingen over ‘Arabische’ moderne en hedendaagse beeldende kunst. Ik heb het aantal verenigingen, universitaire departementen, verzamelingen en collecties over ‘Arabische’ kunst opgeschreven. Ik was aandachtig voor de stijgende inspanningen van de universiteiten, de commissarissen, de galerijhouders, de verkopers, de verkoophuizen en vele anderen en organiseerde zo een chronologie van genres, stromingen en ideeën van de ‘Arabische’ kunst. Ik wijdde me aan de uitputtende taak van het verzamelen, conserveren, indexeren en verspreiden van reproducties. Ik vind dit een rijke taak. Niet zozeer omwille van de kennis die eruit voortvloeit, maar door het soort geluid te maken dat de kleuren, lijnen, contouren en vormen terug naar de oppervlakte dwingt.
Interview: Hélène Chouteau
Vertaling naar het Frans: Barbara Turquier & Hélène Chouteau
Nederlandse vertaling: Joris Vermeir
Concept
Walid Raad
Steun concept/productie
Herman Sorgeloos, Rémi Vidal, Raphael Fleuriet, Celesta Rottiers, Ryan Garrett, Lucien Samaha, Kristine Khouri, Mores McWreath, Situ Studio, Jalal Toufic & Carlos Chahine
Met
Carlos Chahine & Walid Raad
Presentatie
Kunstenfestivaldesarts, Halles de Schaerbeek
Productie
Walid Raad
Executief productie
Klein verzet vzw (Brussel)
Coproductie
Kunstenfestivaldesarts, Les Halles (Brussel), Wiener Festwochen, Thyssen-Bornemisza Art Contemporary (Wenen), Hebbel am Ufer (Berlijn), Festival d’Automne a Paris, Le CENTQUATRE (Parijs)
Met de steun van
Sfeir-Semler Gallery (Hamburg/Beirut), Anthony Reynolds Gallery (Londen), Paula Cooper Gallery (New York), Centre national des arts plastiques (Parijs), Ville de Paris, Ministere des Affaires étrangeres et européennes (Parijs)
Walid Raad was artiest in residentie bij CENTQUATRE & Couvent des Récollets
Met dank aan
Les Brigittines