29.05 — 01.06.2019
De jonge Iraanse artiest.e Sorour Darabi maakte vorig jaar indruk met de performance Farci.e, over vloeibare identiteit en verstikkende genderbepalingen. Zijn nieuwste creatie Savušun سووشوون (‘rouw om de dood van Siyâvash’) verweeft de sjiitische rouwceremonieën van Muharram met een intiemer verhaal over rouw, angst en pijn. Tussen echt en symbolisch lijden laat Darabi zien hoe complex en tegenstrijdig deze emoties kunnen zijn en hoe de beleving ervan gedomineerd wordt door vastgeroeste normen en waarden. Met sierlijke en groteske gestes herwaardeert h.zij de pijn en angst waar minderheden mee kampen tot een manifeste kracht. Als een ode aan kwetsbaarheid gaat Savušun van troost naar ongemak, van tederheid naar wreedheid, van toxische mannelijkheid naar hybride identiteit.
Savušun of wat je niet kunt zien
Sorour (of Pétrole) is een verschijning. Op het in het duister gehulde podium verschijnt een in een cape gehulde gedaante. Een repetitief geluid ritmeert onze ademhaling. De cape onthult een naakt bovenlichaam, diezelfde mantel wordt een bed en een wereld. We ontwaren een gordel van kaarsen die doet denken aan een bomgordel.
De eerste keer dat we elkaar ontmoetten was zo’n twee of drie jaar geleden in het 18de arrondissement in Parijs. We wachtten beiden op een uitnodiging voor een queer festival. Later zag ik hem op het podium een strip-tease doen, een wulpse en stomende dans op een mythisch lied van Oum Kalthoum. Ons lot was snel verbonden. Ik was van in het begin geïntigreerd door zijn dwingende aanwezigheid. En vooral door zijn grote ogen. Je treedt toe tot het universum van Sorour via zijn ogen. Ogen die h/zij naar het scherm bracht in de film Out of the Blue die ik een beetje met hem in gedachten geschreven heb. Sorour staat dus op het podium als een verschijning. A daydreamer. We betreden Sorour Darabi’s universum door zijn ogen. Met zijn kracht en destabiliserende kwetsbaarheid brengt h/zij dingen op gang. Een Perzisch kinderliedje doorkruist tijden, talen, genres en ruimtes. Sorour doet hetzelfde. H/zij is een verschijning zoals een ster. H/zij is alomtegenwoordig in onze gevoelens en opent een wereld, een manier om te ontsnappen aan de rest. De schoonheid van de beweging en al het andere. Vooruit gaan in het donker met de gedachte van de liefde om zo de externe chaos onder ogen te zien. Een Perzisch lied dat met een wijd open mond stilte wordt. Een soort onaflatende schreeuw, een schreeuw van leven, van pijn, een manier om het stuk te openen met een bijna welgekomen kreet. Een plezier in pijn, een helende dans en het verlies van spraak. Het is net op dat moment dat de taal van de dans het overneemt en stille en geheime deuren opent.
“She said something in another language. I saw a goddess, not a hero, a goddess, not a hero is her mouvements…” *
Geïnspireerd op Iraanse rites, betekent “Savušun” “huilen bij de dood van Siavash”. Sorour grijpt deze heidense rouwrituelen aan om een geschiedenis van de dood, de stilte en het zwart te deconstrueren als toegangspoort tot een tegelijk bovennatuurlijke, poëtische en tragische wereld. Er is niets te zien maar alles te voelen. De stilte. De aanwezigheid van de oude prins.
H/zij verschijnt op scène in het duister, gekleed in een zwart gympak. Geen glitter, geen camp, geen kleur (behalve een heel mooie roze nagellak), een eenvoudig, onthutstend zwart. Savušun gaat evenzeer om een hulde, een eerbetoon als om de vaststelling van een gebrek aan gebaren van genegenheid en wanhoop in de Iraanse cultuur. Een lied van Lana del Rey duikt op uit het niets: Young and Beautiful.
“ik zocht misschien een familie in jouw gebaren. Iets vertrouwds dat kon dienen als zelfonderzoek, om te groeien als een boom die ergens anders groeit. In ieder geval niet hier, op deze aarde.” *
The crazy days, city lights The way you’d play with me like a child Will you still love me When I’m no longer young and beautiful? **
Het geschreeuw en gejammer van Savušun lijkt net zo goed op een begrafenisprocessie op weg naar een tijdloos, geslachtloos, leeftijdloos lichaam, ver weg van een “gemarketeerde”, witgewassen en leeggezogen queer. Een eenvoudige illustratie van de complexiteit van gender en seksualiteit. Sorour Darabi is steeds aanwezig en heeft iets heel zacht, sober en diep in zijn gebaren en podiumprésence. Het zoeken naar het juiste en het precieze. Er is een spanning tussen de tijd die h/zij op het podium doorbrengt om ons gevoelens met een oogverblindende kwetsbaarheid te laten ervaren. Kwetsbaarheid vormt bij Sorour de basis. H/zij deelt zijn tijd-ruimte met het publiek en dat stelt het in staat om steeds verder te gaan, voorbij hetgeen men van hem verwacht. Met verhalen, mythische vertellingen en nostalgische liedjes die doen denken aan die van de grote Googoosh.
“Er is groot verdriet in je ogen… Iets dicht bij de afgrond van de aarde, iets olie-achtigs, iets nieuws.”*
Will you still love me When I’m no longer young and beautiful? Father tell me if you can All that grace, all that body All that face, makes me wanna party He’s my sun, he makes me shine like diamonds **
Sorour Darabi leest een brief aan zijn vader voor, Baba. Wat komt er uit jouw mond en gaat erin? “Waarom schrijf ik je in het Frans?”. H/zij zegt dat hij hem mist, dat h/zij aan zijn behaarde buik denkt, aan zijn potentiële minnaar Ahmad, een sexy soldaat sexy met “reeënogen”. Deze met incest en dood doorspekte liefdesverklaring, is een manier om “geliefde (…) te zijn”. We worden liefhebbers van de stilte. En we wanen ons al snel ergens tussen Teheran en Shiraz, midden in een bloemenrevolutie, martelaren en op de muur geschilderde portretten om de herinnering levend te houden. Maar de herinnering aan wat? Op het podium worden kaarsen wapens, bijna granaten. Tegenstrijdig maar altijd vrij, meester van zijn bewegingen en handelingen met grote ogen die ons in een andere tijd onderdompelen, nodigt Sorour Darabi ons generous uit, niet om een spectaculaire ervaring te beleven maar om samen met hem na te denken. In een post op sociale media eist Sorour het woord “degargoon ” op dat “een ander kruid” en “deconstructie” betekent. Zo vult hij de leegte die het woord “queer” kan achterlaten. Sorour is opnieuw daar waar je hem niet verwacht. Met precisie en vervuld van verlangen voor meer inventiviteit. Als toeschouwer zijn we opnieuw vol van verlangen naar een komende deconstructie.
“Have you seen that brown naked body, full of flowers, hair and love.” *
And all the ways, I got to know Your pretty face and electric soul Will you still love me When I’m no longer young and beautiful? **
Zoekend naar een verdriet, een gebaar van elektrisch verdriet en grandioze melancholie, is Sorour Darabi een stem uit de nacht die met de schimmen danst. De laatste keer zagen we elkaar in een bar in Ménilmontant in Parijs. We hadden het over queer, over onze gemeenschappen, onze zelf gekozen families en hoe weinig we ons thuis voelen in die werelden. Ik herkende een verwante melancholische ziel die zoals op het podium verschillende tijden en emoties doorkruist die moeilijk op een simpele manier te “tonen” zijn. Ik zag er ook een prachtige ode aan de kwetsbaarheid als politieke en artistieke kracht. Ook een manier om zich te positioneren in een wereld waar onze geradicaliseerde, in genres opgesplitste en geseksualiseerde lichamen een bestaan, een autonomie, een manier vinden om hun eigen taal te ontwikkelen. To survive and to thrive, is een uitdrukking die ik hier en daar tegenkwam in bepaalde gedichten op het internet en in intieme mails. Overleven en groeien… Sorour Darabi leert ons onze lichamen en harten met kunde en poëzie (en in het geheim) te herdefiniëren. En een laatste kaars aan te steken voor onze vorige manieren om de wereld, de verschillende levens en die nog komen te begrijpen.
“I saw a light where you didn’t want to answer my last text I understand more why the flowers don’t talk I saw a light…” *
Tarek Lakhrissi
* fragmenten uit een poëtische tekst onstaan tijdens het schrijven van dit artikel
** fragmenten uit de songtekst van Lana del Rey, Young and Beautiful (2013)
Concept, choreografie & uitvoering: Sorour Darabi
Lichtontwerp: Yannick Fouassier, Jean-Marc Ségalen
Dramaturgie: Pauline Le Boulba
Advies: Céline Cartillier, Mathieu Bouvier
Geluidsontwerp: Clément Bernerd
Administratie: Charlotte Giteau
Tour: Sandrine Barrasso
Boventitelen: Marie Trincaretto
Presentatie: Kunstenfestivaldesarts, Charleroi danse
Productie: Météores
Coproductie: Montpellier Danse 2018 / Agora cité internationale de la danse, met de steun van Fondation BNP Paribas; CND Centre national de la danse; La Villette; La Maison CDCN Uzès Gard Occitanie met de steun van La Fée Nadou; Zürcher Theater Spektakel; ICI - Centre chorégraphique national Montpellier / Occitanie; Sophiensaele; Fonds Transfabrik - Fonds franco-allemand
Met de steun van: SPEDIDAM, Ballet du Nord
Dank aan: Pouya Ehsaei, Florian De Sépibus, Agnieszka Ryszkiewicz, Ali Moini, Bryan Campbell, Dd Dorvillier, Hossein Fakhri, Kamnoush Khosrovani, Maria Rössler, Tirdad Hashemi