15 — 18.05.2016
Bouchra Ouizguen Marrakesh
Ottof
dans
⧖ 1h | € 16 / € 13 | Meet the artists after the performance on 16/05 | After-concert at Le Space on 18/05 at 22:30
Het begint als een verleidelijk en nauwkeurig gechoreografeerd stuk op de ingehouden tonen van een compositie voor strijkinstrumenten van Witold Lutosławski. Maar geleidelijk gaat de toon crescendo. De drang om te leven borrelt op. Alle registers gaan open. We worden opgezogen in een kolkend en weerbarstig universum. Choreografe Bouchra Ouizguen werkt sinds 2009 samen met een groep Aita’s, van oudsher vrouwelijke cabaretartiesten uit Marokko, met wie ze haar eigen hedendaagse benadering van dans onder druk zet en vraagtekens plaatst bij de culturele identiteit van Noord-Afrika. Ouizguen en de Aita’s zijn blijven samenwerken en vormen vandaag een vast gezelschap. Zeven jaar na hun eerste ontmoeting zien we de vrouwen opnieuw, getekend door het leven maar blakend van energie en eensgezindheid. Ze graven, zoeken, blijven bezig – als mieren in een mierenhoop. Ze praten en bewegen, volgen de stemmen en gebaren van de anderen. De scenes komen recht uit het hart en het leven van de vrouwen. Ze dansen niet voor niets, het is een strijd voor hun vrouwelijke eigenheid, voor hun eigen vrouwelijkheid.
Zie ook
Workshop
Gesprek met Bouchra Ouizguen over Ottof
Je werkt al jaren met dezelfde danseressen. Hoe zie je het werk van je groep?
We geven inderdaad de voorkeur aan het werken met een groep, eigenlijk zoals vroeger. In de huidige context zijn de dansers meer en meer onderling inwisselbaar. Ik probeer integendeel een collectieve geschiedenis te ontwikkelen op lange termijn. Sinds ongeveer zeven jaar werk ik uitsluitend met dezelfde vrouwen. De kern bestaat uit vier danseressen die er van in het begin bij zijn. Intussen zijn we met zestien. Vijf zijn permanent en treden in elke voorstelling op. De anderen doen mee afhankelijk van project tot project. Dat geldt voor alles wat ik doe, het is in de eerste plaats een menselijk avontuur, en dan pas zijn er de producties. Op een andere manier interesseert het me niet. Het moet echt zinvol zijn in mijn leven. Onze onderlinge banden zijn dan ook erg hecht, ook buiten de momenten dat we aan producties werken.
Waarom bestaat je gezelschap uitsluitend uit vrouwen? Is dat een bewuste keuze?
Het Marokkaanse artistieke landschap, zowel op het vlak van theater als van dans, is vrijwel uitsluitend mannelijk. In de eerste jaren dat ik actief was, werkte ik binnen een collectief waar ik de enige vrouw was. Na tien jaar begon ik te dromen over een gezelschap dat ik niet vrouwelijk zou noemen, want dat is niet de essentie, maar dat vrouwen samenbrengt. Ik wilde wat ik tot dan toe op artistiek vlak had geleerd, confronteren met een volkse cultuur van ‘op het terrein’, zoals die te vinden is in cabarets of op bruiloften. Deze benadering bezat een potentieel voor samenwerking, voor creativiteit en zo begon ik aan het onderzoek waar ik nog altijd mee bezig ben. Ik heb lang gewerkt aan de creatie van Madame Plaza, want ik wist van in het begin dat dit de eerste stap zou zijn in een lang proces.
Het valt inderdaad op dat aan jouw voorstellingen dezelfde intenties ten grondslag liggen…
HA ! en Corbeaux zijn als een verlenging, een verveelvoudiging van het begin van Madame Plaza. De voorstelling Corbeaux is zelf een verder ontwikkelde vorm van HA !. Ik werk met lichaamsdelen – de hals en het hoofd – die essentieel zijn in Mediterrane en Oosterse dansen, van Afghanistan tot Marokko. In mijn stukken komt ook altijd een specifieke en centrale behandeling van de stem terug. Ook in het dagelijkse leven ga ik op zoek naar beeldmateriaal voor de voorstellingen. Dat geldt voor de witte hoofddoeken die de danseressen dragen in HA ! en Corbeaux: ze dragen die ook allemaal als ze thuis zijn, het is geen kostuum. Ik vind het fijn dat dit accessoire veel verschillende betekenissen heeft en tegelijk, door het effect van de herhaling van de beweging, is het ook snel vergeten. Als danseressen proberen wij andere dimensies van tijd en ruimte te doorkruisen, zowel individueel als collectief. Hiervoor moeten de toeschouwers zich ook snel kunnen inleven. Er is geen plaats voor aarzeling: ofwel ben je mee, ofwel ben je niet mee.
Geldt dat ook voor Ottof?
Ik wil dat de danseressen nog meer vrijheid, nog meer ruimte voor vrijheid op de scène vinden. Ik zou willen dat men echt vier verstandige vrouwen op de scène zou zien, elk van hen de tijd en ruimte laat om te praten over wat hen bezighoudt, wat ze vandaag in het leven willen doen. We zoeken een structuur, een kader om de vrijheid van de ander te construeren – dat is natuurlijk contradictoir. Ze hebben een geweldig potentieel aan onbeschaamdheid, aan vrijheid op de scène: ik vraag me vaak af of ik dat aankan, op choreografisch vlak. Het gaat in zekere zin om het overstijgen van Madame Plaza, dat bedoeld was om deze vrouwen te laten ontdekken. Vandaag wil ik plaats maken voor alles – moderne en voorouderlijke, vocale, theatrale en gedanste dingen – wat ze op de scène kunnen overbrengen Het is vandaag zeldzaam om een totaalartiest te vinden die kan dansen, acteren en een instrument bespelen. Ik zoek een vorm die het potentieel van een Marokkaans artiest van vandaag kan laten zien.
‘Ottof’ betekent ‘mier’ in het Berbers. Waarom dit beeld?
We werken het hele jaar door aan dit project. Ik denk vooral aan een mier als een van ons elke dag 120 km aflegt om te komen werken. Ik zie haar als een mier, met alle bescheidenheid en moed van haar taak. We stelden haar voor om in Marrakech te logeren tijdens de repetities. Maar ze wil thuis blijven, waar ze haar kippen en haar ezel kan voederen. Ik houd ook van het feit dat dit verbonden is met het leven. De danseressen zijn echte werkers, die met beide voeten in het leven staan. Ze hebben twee jobs en werken keihard: zowel thuis als tijdens de repetities. Ze geven blijk van bewonderenswaardige moed en geduld.
Hoe werk je met hen?
Ik moet zeggen dat het creatieproces vrij chaotisch verloopt. Meestal reik ik een aantal ideeën aan voor de kostuums, het licht en de klank. Ook op fysiek vlak kom ik met een vooraf bedachte wereld, waarover ik tijdens de repetities praat. De ruimte om te improviseren is vrij beperkt, maar we zoeken samen tussen de krijtlijnen die ik heb uitgezet en de voorstellen van elk van hen een weg voor elke danseres. Ik probeer om me niet uit zekerheid te verschansen in een choreografie. Elke morgen begeleid ik alleen de repetities en ben ik ongelooflijk ontroerd. Belangrijk is de intense momenten van energie en aanwezigheid te reproduceren en verdiepen. Zoals in mijn vorige voorstellingen hangt alles af van de danseressen. Hoe meer ik met hen werk, hoe meer plaats ik hen wil laten. Het decor en al de rest kunnen me niet schelen. De danseressen zijn het basismateriaal. Daarom is het essentieel dat we tijd hebben om te werken, om dingen uit te proberen, om ons te vergissen. Het is die tijd die we samen doorbrengen die men op de scène zal zien doorschemeren en niet die van het concept.
De traditionele cultuur speelt een belangrijke rol in jouw stukken. Wat is de relatie tussen de praktijk van de danseressen en de creaties?
In het dagelijkse leven dansen zij het vaakst voor hun buren of familie. Ik ben op een moment in hun leven gekomen waarop ze er zich niet aan verwachtten en omgekeerd. Hun werk louter traditie noemen, klopt niet. Ze zijn erg modern, in voeling met de wereld. Ikzelf, ik weet niet wat moderne dans is. Ik volgde enkele stages in mijn leven, maar heb nooit leren dansen op school. Het is omdat de danseressen uit een erg rijke volkse traditie voortkomen dat ze constant actueel zijn. Ik zoom in op hun kwaliteiten die men niet ziet of die ze zelf niet hebben gezien. Het gaat niet over de ontmoeting tussen de traditie en de moderniteit. Dat is een simplificatie. Vaak zegt men dat ik gevormd ben door de moderniteit in Frankrijk en door de traditie in Marokko. Dat is echt kort door de bocht. Al mijn ‘moderne’ dans, heb ik hier gecreëerd, in Marokko, in een milieu van de nacht, waar zij in thuishoren. Elke avond staan zij voor een publiek dat ze moeten overtuigen. In dergelijke omstandigheden is hun beheersing van de traditie niet het belangrijkste, maar wel het vermogen om op het moment te improviseren, om een publiek te boeien dat niet altijd respectvol is, vaak onder invloed van alcohol en ongeduldig. Ze zijn erg modern en performatief. Dat is wat me bij hen aansprak.
Voel je je vandaag vrijer?
Ja, ik denk dat ik veel tijd verspilde aan bang zijn. Dat is natuurlijk niet helemaal verdwenen. De angst heeft me ertoe gebracht om alles wat sneller te doen gaan en ik heb ongetwijfeld daarbij niet genoeg tijd en ruimte gelaten voor meer twijfel. Vandaag denk ik: kome wat komt. Ik ben altijd blij als we op tournee zijn. Ik wil dus dat het project nooit stopt, die scènes, de toeschouwers, de tijd. Maar ik heb het gevoel dat ik vandaag de vinger leg op de pols van het onderwerp dat me interesseert: een performancevorm vinden afkomstig uit Marokko. Ook de danseressen hebben meer soepelheid en vertrouwen gekregen. Ze spelen meer en meer met de middelen van het theater, frontaal, zwijgend. We scheppen er steeds meer plezier in. Als ze het over zichzelf hebben, zijn ze echt. Ze spelen geen rol, er is geen nood aan mediatie. Er is leven, zij staan er middenin. We werken dan op de vorm, zodat ze die kracht niet verliezen, potentieel laten voor ontwikkeling, projecten zien ontstaan waarin ze evolueren. Dat ze in elk stuk voelen dat ze aan het werk zijn. Dat ze zich niet vervelen.
Gesprek opgetekend door Renan Benyamina voor het Festival d’Automne à Paris, 2015
Artistieke leiding & choreografie
Bouchra Ouizguen
Dans
Kabboura Aït Ben Hmad, Fatéma El Hanna, Halima Sahmoud, Fatna Ibn El Khatyb, Bouchra Ouizguen
Lichtontwerp
Eric Wurtz
Belichting
Nicolas Castanier
Presentatie
Kunstenfestivaldesarts, Théâtre Les Tanneurs
Productie
Compagnie O (Marrakech)
Co-production
Kunstenfestivaldesarts, Montpellier Danse, Festival d’Automne à Paris, Les Spectacles Vivants-Centre Pompidou (Paris), La Bâtie-Festival de Genève, Service de Coopération et d’Action Culturelle de l’Ambassade de France au Maroc
Met de steun van
Arcadi, Institut Français de Marrakech