11 — 13.05.2016

Alessandro Sciarroni San Benedetto del Tronto

Aurora

dans

Les Halles de Schaerbeek

⧖ 1h | € 16 / € 13 | Meet the artists after the performance on 12/05

De Italiaanse danser en choreograaf Alessandro Sciarroni deed de voorbije jaren van zich spreken met buitengewoon fysieke stukken op het snijvlak van dans, performance en folkore. Aurora is het laatste deel van een drieluik waarin hij de kwetsbaarheid en veerkracht van lichamen op de spits drijft. Na de Tiroolse volksdans in Folk-s en de goochelkunst in Untitled legt Sciarroni zich dit keer toe op een ietwat vreemde sport. Goalball is een paralympische balsport voor blinden en slechtzienden waarin de spelers enkel hun tastzin en gehoor kunnen gebruiken. De winnaar is de ploeg die de rinkelende bal het vaakst in het doel van zijn tegenstander krijgt. Sciarroni zet het goalballspel in als een readymade. Het publiek krijgt een echte wedstrijd te zien, maar de spelleider voert de forcing en verstoort beetje bij beetje de waarneming van spelers en publiek. Door in te grijpen in de klank en belichting maakt hij van het speelveld een dramaturgisch spanningsveld. De ruimte vervaagt en de tijd vertraagt. Sciarroni werpt een nieuw licht op hoe we kijken en wat we zien.

Aurora, een filmverslag van het creatieproces geregisseerd door Cosimo Terlizzi, wordt vertoond na elke voorstelling (duurtijd: 60 min.).
 

read more

Gesprek met Alessandro Sciarroni over Aurora

Waarom heet het stuk Aurora?

Veel goalball-spelers lijden aan zogenaamde retinitis pigmentosa. Dat is een genetische oogziekte. Tijdens het ziekteproces krimpt het gezichtsveld almaar meer, tot het centrale zicht volledig verdwijnt. Dus dacht ik aan dat moment waarop het licht verandert: Aurora, de dageraad. De voorstelling begint in volle licht en over een twintigtal minuten vermindert het licht geleidelijk tot men bijna niets meer ziet. De spelers en het publiek bevinden zich in dezelfde situatie: er is alleen nog het geluid van de bal. Na deze verduistering, komt er een nieuwe dageraad. Het licht komt terug en de goalball-spelers zijn niet langer alleen maar spelers. Ik begin nu hun menselijkheid centraal te stellen, niet alleen de spelregels.

Wat vind je er zo interessant aan om op de scène dingen te delokaliseren die men niet of nauwelijks ziet?

Ik kreeg het idee voor het derde deel van het drieluik toen ik het tweede, dat over het jongleren, voorbereidde. Als kind hield ik niet zo van het circus en ik ben lang wantrouwig gebleven voor dit soort amusement. En dan, op een dag, zag ik in het cabaret twee jongleurs bezig en besefte ik dat jongleurs gek zijn, want ze voeren een op voorhand verloren strijd tegen de zwaartekracht. Een jongleur kan nooit winnen, het gaat uiteraard vallen en ik begreep dat het jongleren wellicht dichter staat bij meditatie dan bij amusement. Ik had zin om die jongleurs op scène te zetten om de diepere zin van hun praktijk te laten zien. Hetzelfde geldt voor sport. Ik heb nooit veel interesse gehad voor sport. Mijn vader vertelt altijd hoe hij me op mijn achtste meenam naar een voetbalmatch en dat ik onderaan de tribune ging staan met mijn gezicht naar het publiek, niet naar het veld. Toen al zocht ik naar betekenis: waarom worden zoveel mensen aangegrepen door sport? Waarom zijn ze zo geboeid? Ongetwijfeld ensceneer ik dus die dingen omdat ik ze zo kan isoleren uit hun omgeving en zo beter de zin ervan kan vatten.

Als je vreemde praktijken overneemt, respecteer je dan hun regels en handelingen?

Ik probeer erg orthodox te zijn. In zekere zin kan je spreken van readymades. Alles bestaat al. Ik componeer alleen maar met wat al bestaat. Ik organiseer, maar vind niets nieuws uit. Toen ik Folk-s wilde maken, heb ik aan de mensen uit Zuid-Tirol gevraagd om ons hun dans te leren, maar ze weigerden. We hebben de dans dus helemaal alleen geleerd en zijn dan voor hen gaan dansen, zonder muziek, en toen zagen ze dat we de geest ervan hadden begrepen: we hadden gezien dat de gelijktijdigheid en het ritme de belangrijkste elementen waren. Nadien wilden ze ons wel hun trucs leren. Het is hetzelfde met Aurora: ik wilde dat het een echte match zou zijn, met pauzes, terreinwissels enz. Ik wilde spelen met deze realiteit.

In dat geval kan je de bewegingen niet echt zelf optekenen…

Maar ik teken nooit de bewegingen precies op. Ik werk veeleer met motieven, met onafhankelijke patronen die dan daarna in elkaar moeten worden gepast. In Folk-s wisten we niet hoe lang het stuk zou duren, want alles hangt ervan af wanneer de dansers moe zijn en het plateau verlaten, of wanneer het publiek de zaal verlaat. De dansers hebben motieven die ze dan op de scène kunnen organiseren zoals ze zelf willen. Voor Aurora baseer ik me op dezelfde logica.

Zijn er principes die de patronen sturen?

Een heel belangrijk element voor mij is dat de choreografie niet perfect is. Van het moment dat het te mooi wordt, te beheerst, te spectaculair, breek ik het af. Ik zoek naar imperfecties, strubbelingen, valse harmonieën. Maar je moet ook de samenhang zien, de onderliggende verbinding. Anders wordt het chaos en chaos is vervelend. We proberen om een opzet, een ontwerp te laten doorschemeren, zonder het demonstratief te tonen. Het gaat erom het te laten voelen, te laten raden.

Waarom zo weinig zin voor perfectie?

Omdat je de inspanning, het werk niet ziet als je alleen maar perfectie ziet, dan is het mislukt, vervelend. Als je het werk ziet, kan je het proces laten zien, en ik denk dat het dat is dat de toeschouwer aanspreekt, dat empathie kan opwekken.

In Folk-s waren de dansers soms geblinddoekt. In Aurora zijn de spelers blind. Blindheid lijkt je bijzonder te fascineren.

Dat klopt. Zelfs in Untitled sluiten de jongleurs soms hun ogen. Ik denk dat ik wil zeggen dat het ritme belangrijker is dan het zicht. We construeren de dans door naar het ritme te zoeken, niet door te zoeken om beelden te maken. Toen ik met blinden begon te werken, besefte ik dat als ze dicht bij de scène gaan staan, ze de bewegingen van de lichamen konden horen en het stuk konden begrijpen. Het is dus goed dat het gevoel via iets anders dan het zicht wordt overgebracht, en het gevoel is dat waar het me echt om te doen is.

Goalball is een vermoeiende sport. In Folk-s zweten de dansers veel. Je voorstellingen zien er afmattend uit voor de dansers. Zoek je bewust die uitputting op?

Niet de uitputting, veeleer de weerstand, hoewel ik niet zo van dat woord houd. Ik houd er niet van om mensen te zien afzien op een podium. Ik heb vroeger weliswaar veel gekeken naar de performers van de jaren 1970, ik was een fan van geweld, bloed, de fysieke inzet van de kunstenaars. Ik was onder de indruk van hun uiterste engagement. Maar vandaag wil ik dat niet meer zien, ik denk niet dat het dat is wat onze wereld nodig heeft. Wat ik wil laten zien is eerder de inzet en de schoonheid van deze inspanning. Inspanning heeft voor mij te maken met duur, met overleven. Als iemand blijft dansen, ondanks de vermoeidheid, ondanks alles, dan wil dat zeggen dat we blijven leven.

Gesprek opgetekend door Stéphane Bouquet voor het Festival d’Automne à Paris en het Théâtre de la Cité internationale

Vertaling: Hilde Pauwels

Choreografie

Alessandro Sciarroni

Met

Alexandre Almeida, Emmanuel Coutris, Charlotte Hartz, Matej Ledinek, Damien Modolo, Emanuele Nicolò, Matteo Ramponi, Marcel van Beijnen

Videodocumentatie & assistentie dramaturgie

Cosimo Terlizzi

Licht

Valeria Foti, Cosimo Maggini, Alessandro Sciarroni

Muziek

Pablo Esbert Lilienfeld

Advies dramaturgie & casting

Sergio Lo Gatto

Artistieke medewerking

Francesca Foscarini, Francesca Grilli, Matteo Maffesanti, Eric Minh Cuong Castaing, Cosimo Terlizzi

Styling

Ettore Lombardi

Curator, promotie & advies

Lisa Gilardino

Administratie & productieondersteuning

Chiara Fava

Casting, assistentie & onderzoek

Damien Modolo

Persattaché

Beatrice Giongo

Sporttechnisch advies

Ettore Armani, Angelo De Meo, Aurora Zanolin

Presentatie

Kunstenfestivaldesarts, Halles de Schaerbeek

Productie

Marche Teatro – Teatro di Rilevante Interesse Culturale (Ancona)

Met de steun van

Fondation d’entreprise Hermès, in het kader van het programma New Settings

In samenwerking met

Kunstenfestivaldesarts, Les Halles de Schaerbeek, Mercat de les Flors (Barcelona), Torinodanza Festival (Turijn), Théâtre National de Bretagne (Rennes)

En

Comune di Bassano del Grappa – CSC Centro per la scena contemporanea, Centrale Fies (Dro), SZENE Salzburg in the framework of APAP Advancing Performing Arts Project, Espace Malraux – Scène Nationale de Chambéry et de la Savoie, Kunstencentrum Vooruit (Gent), Tanzhaus NRW (Düsseldorf)

Met de steun van

CND – Centre National de la Danse (Pantin), Graner Centre de Creació (Barcelona), Dansehallerne (Kopenhagen)

Uitvoerende productie

Corpoceleste _C.C.00#

website by lvh