22 — 25.05.2013
Toshiki Okada was een van de sleutelfiguren op het Kunstenfestivaldesarts in de afgelopen jaren. Zijn ‘theater van de vervreemding’ is scherpzinnig en ontzettend mooi. Hij is ook een stem voor zijn eigen generatie in zijn thuisland; een generatie die door de economische crisis en de ramp in Fukushima in doffe apathie is weggezonken. In Ground and Floor focust Toshiki Okada op de mogelijkheden tot andersdenken in de Japanse controlemaatschappij. Hij schetst een vrouwelijk personage dat wil spreken in een samenleving waar zwijgzaamheid het codewoord is. De originele score van het trio Sangatsu dient als partituur voor een voorstelling waar de beperkte aanwezigheid van woorden plaatsmaakt voor bewegingen, geluiden en ook stiltes. Niet hyperbolisch, maar op een licht humoristische toon legt Toshiki Okada gevoelens van angst, wantrouwen en nood aan bevestiging bloot. Ground and Floor wordt gecreëerd in opdracht van het Kunstenfestivaldesarts. Het is een beklijvende metafoor voor de Japanse samenleving vandaag.
Muziektheater met spookachtige verschijningen
Ground and Floor is muziektheater. De voorstelling is vrij eenvoudig, in de zin dat ze bestaat uit twee traditionele elementen, namelijk 'muziek' en 'theater'. Het was onze bedoeling om de muziek en het theater de tijd/ruimte van het podium te laten delen, want dat is onze eigen definitie van muziektheater, om dit deelproces zo verbazingwekkend mogelijk te maken, en om het te presenteren aan het publiek in de meest levendige vorm die we maar kunnen ontwikkelen. Dat klinkt heel eenvoudig, maar was zeer moeilijk te verwezenlijken. We hebben nooit aan een andere muziekgroep dan Sangatsu gedacht om met ons deze uitdaging aan te gaan. Wij hebben een groot vertrouwen in deze band, die in het verleden al vaker muziek heeft gecomponeerd voor de werken van chelfitsch. Sangatsu is in staat - wellicht omdat ze ons al geruime tijd kennen en al eerder met ons hebben samengewerkt - om zelfs onze meest obscure denkpistes te volgen. Dat heeft wellicht ook te maken met onze gelijkenissen in termen van visie en doelstellingen. Het is gemakkelijk om op een empathische manier met hen samen te werken.
Muziek is de perfecte katalysator om een bewustzijn van tijd en ruimte te creëren en het publiek beide te laten ervaren. Dat is uiteindelijk ook de belangrijkste reden waarom we deze keer muziektheater hebben willen maken. Of de kracht van muziek hier ten volle kan worden benut, hangt uiteindelijk af van de vraag op welke manier de acteurs de tijd/ruimte van het podium effectief zullen kunnen delen met hun huisgenoot: de muziek. Dat de twee elementen gewoon naast elkaar op de scène staan, betekent niet dat het delen op zich al echt heeft plaatsgevonden. Hun relatie zou te oppervlakkig zijn als de performance te sterk beïnvloed zou worden door het ritme van de muziek of de emotionele stemming. Omgekeerd zou het stuk diepgang missen, moesten de twee bij elkaar geplaatst worden maar op afzonderlijke niveaus werkzaam zijn, als een sladressing die niet voldoende werd gemengd voor het serveren. Hoezeer de theaterruimte ook gevuld wordt met de geluiden van Sangatsu, er zou geen magie plaatsvinden.
Belangrijk voor de relatie tussen de muziek en het theater - en voor deze voorstelling als geheel - is dat de acteurs in de eerste plaats luisteren naar de klanken. Ze moeten een goed begrip hebben van de wederzijdse feedback die ontstaat tussen de muziek en de performance. Deze aanpak moet het mogelijk maken de gesproken woorden van de acteurs en hun eigen fysieke lichaam samen met de muziek op hetzelfde niveau te laten bestaan. Twee polen delen het podium. Hoewel zo'n idee eenvoudig genoeg lijkt, is de uitvoering helemaal geen routineuze opdracht, laat staan gemakkelijk. Zo verschijnen er bijvoorbeeld spoken in Ground and Floor. De transformatie van een acteur van vlees en bloed naar een spook is uiteindelijk slechts een subtiele metamorfose.
Het concept van muziektheater als een gelijke verdeling tussen theater en muziek is niet nieuw. Het bestaat al sinds de oudheid, bijvoorbeeld in het Japanse theatergenre Noh. Ground and Floor is tot op zekere hoogte op de Nohstijl gebaseerd. Spoken verschijnen net zoals hierboven wordt beschreven, en je weet wellicht dat het Nohtheater in principe gespeeld wordt door de geesten van de doden.
Persoonlijk werd ik diep getroffen door de aardbeving die in Japan in 2011 heeft plaatsgevonden en de verregaande impact die ze heeft gehad op de Japanse samenleving. Ground and Floor weerspiegelt dit, door de relatie tussen de levenden en de doden als thema te behandelen. Ik kon onmogelijk niet nadenken over onze band met de doden. Wat dat bij me losmaakt, stopt natuurlijk ook daar niet. De grote angst die de ramp bij mij heeft achtergelaten is er niet op verminderd. Angst ten opzichte van het leven, de maatschappij, de politiek en Japan in zijn geheel. Ik heb het allemaal in dit stuk gegoten. Ik schreef Ground and Floor om over het belangenconflict tussen de doden en de levenden na te denken. De laatste tijd denk ik dat er een grotere 'diplomatieke inspanning' moet worden gemaakt om de belangen van die twee partijen met elkaar te verzoenen. Ik kan niet anders dan denken dat we hebben nagelaten een dergelijke inspanning te leveren.
De afgelopen twee jaar is de focus van mijn interesse verschoven van het zoeken naar nieuwe vormen van theater naar het gebruik van de theatrale 'hardware' - oude culturele technologie - op een voor de huidige samenleving zinvolle manier. Er lijkt geen groot verschil tussen de twee te bestaan, maar er is een wereld van verschil tussen hun onderliggende model. Ik ben plotseling bevrijd van het beoordelingskader waarbinnen theater als nieuw of oud bestempeld wordt, en de vrijheid die ik ervaar is een bijkomend effect van de aardbeving en de situatie die in haar kielzog is ontstaan.
Sebastian Breu & Toshiki Okada (chelfitsch)
***
Wat we in Current Location, de vorige voorstelling van chelfitsch, trachtten te doen, was muziek maken als belichting of decor. In Ground and Floor staat onze aanpak dichter bij de acteurs. Met het onvermijdelijke samenzijn van de acteurs en de muziek op het podium als verstrekpunt hebben we toestanden van natuurlijke co-existentie voor geluid en het menselijk lichaam gecreëerd, samen met een aantal relatiepatronen die de twee verbinden. Daarom hebben we muziek gecomponeerd die specifiek past bij de verschillende acteurs. Voor een bepaalde acteur maakten we muziek die door het lichaam lijkt te gaan, voor een andere streefden we naar geluiden die een rechtstreeks gevoel van druk zouden teweegbrengen. In sommige gevallen hebben we muziek proberen te maken waarin bepaalde dingen gebeuren, los van de gebeurtenissen in de toneelvoorstelling, en die bedoeld zijn om een sporadische link te leggen met de bewegingen van de acteurs. We zouden heel blij zijn als deze pogingen het gewenste effect zouden hebben en een hecht geven-en-nemen tussen het geluid en het menselijk lichaam laten ontstaan.
Atsuhiro Koizumi (Sangatsu)
Tekst & regie
Toshiki Okada
Met
Taichi Yamagata, Makoto Yazawa, Yukiko Sasaki, Mari Ando, Izumi Aoyagi
Muziek
Sangatsu
Scenografie
Shusaku Futamura
Dramaturgie
Sebastian Breu
Kostuums
Yuko Ikeda (Luna Luz)
Toneelmeester
Koro Suzuki
Geluid
Norimasa Ushikawa
Licht
Tomomi Ohira
Belichting
Azusa Ono
Video
Shimpei Yamada
Producent
Akane Nakamura
Manager
Tamiko Ouki
Presentatie
Kunstenfestivaldesarts, Théâtre Varia
Productie
Kunstenfestivaldesarts
Uitvoerende productie
chelfitsch (Tokyo)
Productieondersteuning
precog (Tokyo)
Coproductie
Festival d'Automne à Paris, Les Spectacles vivants - Centre Pompidou (Parijs), HAU Hebbel am Ufer (Berlijn), La Bâtie - Festival de Genève, KAAT (Kanagawa Arts Theater), Kyoto Experiment, De Internationale Keuze van de Rotterdamse Schouwburg, Dublin Theatre Festival, Théâtre Garonne, Onassis Cultural Center (Athene)
Met dank aan
Steep Slope Studio, Nao Kusumi (Anatomy lecture)
Met de steun van
Arts Council Tokyo