12.05, 13.05, 15 — 18.05.2008

Bruno Beltrão / Grupo de Rua Niterói

H3

dans — premiere

De uitgelaten en tegelijk rigoureuze choreografieën van Bruno Beltrão en zijn Grupo de Rúa vinden hun oorsprong in de explosieve en viriele lichamelijkheid van de hiphop. Beltrão is opgegroeid in de wereld van de streetdance en gevormd in hedendaagse dans en filosofie. Systematisch deconstrueert hij de codes en danstaal van de hiphop, om ze een nieuwe plaats te geven in zijn oeuvre. Naast zijn analytisch vermogen staat Beltrão ook bekend om zijn talent voor het creëren van choreografische patronen. Drie jaar na H2 is het nu tijd voor H3. In de hiphop zijn er heel wat bewegingen die dicht bij de grond ontstaan. Het is dit register aan danstechnieken dat Beltrão als uitgangspunt neemt in zijn nieuwe creatie. De voorstelling heeft één jaar rijpingstijd nodig gehad. Tijdens dat jaar hebben de dansers ook een theoretische opleiding gevolgd: de Grupo de Rúa als een instrument van sociale emancipatie...

read more

(dis)locatie als nieuwe horizon

Bruno Beltrão’s gedurfde nieuwe stuk, H3, gaat dieper in op de vragen die werden opgeworpen in de voltreffer H2

door Nayse Lopez

In H2 vond Bruno Beltrão een manier om beweging te krijgen in het eerder statische hiphopvocabularium. Als vervolgproject introduceert H3 een continue stroom van lichamen. Het is slechts een van de vele manieren waarop dit nieuwe stuk van Bruno Beltrão en zijn Grupo de Rua beschouwd kan worden als de opvolger van H2. H3 roept een nieuwe reeks vragen op die ontstaan waren uit de scènes en bewegingen van het vorige werk. In H3 hanteert Beltrão een complexere benadering van choreografie, die ook nieuwe invloeden aankondigt. Op een mooie, zonnige namiddag in de eerste week van april, nemen Beltrão en zijn dansers in zijn geboortestad – een half uurtje rijden vanuit Rio de Janeiro – de scènes door. Ze beslissen over de definitieve versie die op 12 mei in première zal gaan tijdens het Kunstenfestivaldesarts 2008.

Rond de kamer loopt een horizontale lijn, en de ramen werpen rechthoekige lichtvlekken op de harde betonnen vloer. 'Op het podium wil ik een gelijkaardige sfeer hebben,' zegt Beltrão. 'Alleen dat, en het geluid. Een decor dat overeenstemt met wat we doen en met de oorspronkelijke setting van deze creatie.' In tegenstelling tot andere hiphopgezelschappen doen Beltrão en zijn groep geen pogingen om de straat naar het theaterpodium te brengen. Zij willen alleen hun vocabularium en de nieuwe vragen die dat oproept ingang doen vinden in de hedendaagse dans. H3 is een hypothese, maar dan één die beweegt.

Laten we het eerst eens hebben over die stroom. H2 eindigde met een scène waarin alle dansers de begrenzingen van het theaterpodium aftastten. De hele voorstelling was doordrongen van het gevoel dat er een vooraf ontworpen ruimte was, met een 'op de scène' en een 'buiten de scène'. Deze keer is dat 'op-en-buiten-de-scène'-gegeven er ook, maar de lichamen stromen over die grenzen heen op een veel minder formele manier, bijna alsof ze drijven. Op andere momenten wordt een duo of een trio ontbonden en lopen de dansers gewoon langs elkaar heen. Na verloop van tijd vormen hun trajecten op het podium een soort ingewikkeld stratenplan. Voor hiphop is een territoriaal opgevat vocabularium een subversieve benadering van de ruimte.

In H3 is de vloer zelf bijna een danser. Er staan negen mannen op het podium. In het stuk krijgen we een andere, meer directe benadering van de noties ‘vallen’ en ‘gewicht’ te zien, die een neerslag vormt van het onderzoek dat Beltrão en zijn groep tijdens de creatie voerden. Beltrão onderzocht meer bepaald hoe hiphop en hedendaagse dans zich op een nieuwe manier tot de dansvloer zouden kunnen verhouden. Het resultaat is opwindend en verrassend: de dansers hebben veel meer controle over hun bewegingen, zonder de explosieve energie van de straat te verliezen. Sommige duo’s vertonen zelfs verrassende, maar logische sporen van capoeirabewegingen van benen en torso’s. Weinig verwonderlijk aangezien de meeste stadsdansen in Brazilië hun wortels hebben in de capoeira.

Qua beelden wilde Beltrão een paar klassieke hiphopbewegingen exploreren - of beter: aan stukken doen exploderen. Neem bijvoorbeeld de 'kleine bal'. Over de vloer tollen wordt beschouwd als de eerste beweging waarmee hiphopdansers de dansvloer op gingen. Beltrão gebruikt die beweging nu om een nieuw geheel van vloerlijnen te ontwikkelen. De achterwaartse loopbeweging, een onorthodoxe beweging in een dans die historisch gezien frontaal is, keert op uiteenlopende manieren terug: ze speelt een cruciale rol bij het andere perspectief dat wordt ingenomen om de afgetrainde lichamen van deze dansers te tonen. Maar in H3 worden ook de dansers zelf geconfronteerd met een nieuw perspectief, een moeilijk perspectief dat heel vreemd is aan hiphop: interactie met een ander lichaam.

Met een veelheid aan duo’s en trio’s stelt H3 de vraag: hoe moeten we omgaan met lichamelijk contact in de context van hiphop, die historisch gezien een solodans is? Hiphop vergt, net als ballet, virtuositeit: binnen het bestek van enkele seconden moet een breed gamma aan complexe neuro-motorische activiteiten uitgevoerd worden. Dat mondde uit in een vocabularium waarin het lichaam van de andere danser op zijn best een ondersteunende functie werd toegemeten - ook al zoals in ballet. In H3 onderzoekt Beltrão de mogelijkheid tot echt contact, echte pas de deux, in hiphopstijl. Het resultaat is niet altijd perfect, maar Beltrão is niet geïnteresseerd in ideale oplossingen. H3 stelt dus een nieuwe hypothese: hoe breng je deze dansers ertoe elkaars lichaam te voelen en er op te vertrouwen? Kunnen zij aanvaarden dat het lichaam van een ander hun eigen performance kan of moet veranderen?

In hiphop is aanraking taboe. In de hedendaagse dans is contact een cliché. Kunnen wij ons als toeschouwers tussen de twee positioneren en een houding aannemen tegenover het contact dat door de dansers in H3 op het podium tot stand gebracht wordt? Wat zoeken wij? Kan contact paradoxaal genoeg een scheidingsmuur vormen? In H2 maakte Beltrão van een provocerende kus van twee mannen een politieke en artistieke mijlpaal in de hiphop. En ging de ontmoeting tussen twee lichamen in dit geval eigenlijk over het doorbreken van culturele barrières. Ditmaal doet Bruno Beltrão in zijn choreografie een voorstel: dat hiphop fysiek contact zou aanvaarden als een instrument dat op een heel andere manier gebruikt zou kunnen worden dan bij contactimprovisatie of andere danstechnieken. Maar Beltrão biedt geen definitieve antwoorden.

Net als Beltrão’s andere stukken wordt H3 een speciale belevenis, door zijn vermenging van referenties en de unieke hedendaagse mix van kunst–meets-straatdans. Al is hij een van de meest vooraanstaande jonge kunstenaars in Brazilië, toch kunnen Beltrão en zijn gezelschap alleen overleven dankzij steun uit het buitenland: in hun eigen land krijgen ze tot nog toe financiële steun van overheid noch privé sponsors. De dansers komen uit de wereld van de hiphop en straatdans. Ze hebben geen gemeenschappelijke artistieke opleiding genoten, maar worden wel aangemoedigd om meer te lezen en hun werk meer te betrekken bij theorie en bewegingsanalyse. Tijdens de repetities liggen op tafel fotokopieën van Laban en Bergson, maar ook andere boeken, mp3-bestanden en video-opnamen liggen binnen handbereik. Beltrão heeft de ingesteldheid van een dj, een typische trek voor zijn generatie.

Voor de nieuwe première discussieert de 28-jarige Beltrão met de jongens over de timing van een aantal trio’s en brult hij om een of andere groepsscène die uit de maat is. Hij is eerlijk tegen mij en geeft toe dat hij veel moeite heeft gehad met de keuze van de soundtrack. Na de zoveelste namiddag hard fysiek werken, gaan de dansers zitten om met mij te praten over de moeilijkheden van het stuk. Beltrão en zijn assistent blijven nog wat napraten over het materiaal, en terwijl een paar dansers hun spullen bijeenpakken om weg te gaan, begint een orkestje zich in een hoek van de zaal op te stellen. De repetitieruimte die ze voor een paar dagen huurden wordt tegen vanavond omgevormd tot feestzaal.

Bij het buitengaan probeer ik mij het bal en de dansende koppels van vanavond voor te stellen. Ik denk aan de stroom van lichamen en de structuur die Beltrão in dit stuk voorstelt, en terwijl ik de enorme brug oversteek die onze steden met elkaar verbindt en van elkaar scheidt, rijst in mij onwillekeurig de gedachte hoe lastig samen dansen kan zijn.

Regie
Bruno Beltrão (assist. Ugo Alexandre)

Choreografie
Bruno Beltrão

Met
Bruno Duarte, Bruno Williams, Charlie Felix, Danilo Pereira, Eduardo Hermanson, Filipi de Moraes, Kristiano Gonçalves, Luiz Claudio Souza, Thiago Almeida

Lichtontwerp
Renato Machado

Decors
Gualter Pupo

Kostuumontwerp
Marcelo Sommer

Music
Lucas Marcier, Rodrigo Marçal - ARPX

Uitvoerend producent
Mariana Beltrão

Presentatie
La Raffinerie – Charleroi/Danses, Kunstenfestivaldesarts

Production
Gabriela Weeks

Coproductie
Grupo de Rua (Rio de Janeiro), Festival d’Automne à Paris / Ferme du Buisson (Marne-la-Vallée), Le Grand Théâtre de Luxembourg, International Arts Festival, Salamanca 2008 – Junta de Castilla y León, Kunstenfestivaldesarts

Met de samenwerking van
Hebbel-Am-Ufer (Berlin), La Ferme du Buisson

Met de steun van
Cavalera, Nike

website by lvh